Herhaling 8.2 + deel H9

Herhaling 8.2 + deel van H9


13-3-2023
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 8.2 + deel van H9


13-3-2023

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
* De leerlingen kunnen aan het einde van de les toelichten welke verschijnselen bij een laagconjunctuur passen en welke bij een hoogconjunctuur
*De leerlingen kunnen uitleggen op welke manier de overheid de conjunctuur kan stimuleren of afzwakken
*De leerlingen kunnen de conjunctuurgolf beschrijven
*De leerlingen weten wat de begrippen denivellering en nivellering inhouden
*De leerlingen kunnen het secundair inkomen en de toegevoegde waarde berekenen
*De leerlingen weten wat de begrippen gevangenendilemma, dominante actie en meeliftersgedrag inhouden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het gevangenendilemma?


A
Bij het gevangenendilemma zijn er twee partijen die onafhankelijk van elkaar een keuze moeten maken.
B
Bij het gevangenendilemma zijn er twee partijen die afhankelijk van elkaar een keuze moeten maken.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de dominantie actie [beste keuze]?

A
Het is een actie/keuze die voor een individuele speler altijd het beste is, onafhankelijk van wat de ander kiest
B
Het is een actie/keuze die voor beide spelers het beste zijn

Slide 4 - Quizvraag

Is de uitkomst bij een gevangenendilemma optimaal voor beide?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat houdt het begrip meeliftersgedrag in?
A
Dat iemand profiteert van een goed of dienst terwijl diegene er niet voor betaalt of aan bijdraagt.
B
Dat iemand betaalt aan een goed of dienst die diegene gebruikt

Slide 6 - Quizvraag

Wel of geen uitverkoop
Wat is de dominante actie van de H&M?
Shoeby
Geen uitverkoop
Shoeby
Wel uitverkoop
H&M
Geen uitverkoop
H&M 5000 en Shoeby 5000
H&M 2000 en Shoeby 7000
H&M
Wel uitverkoop
H&M 7000 en Shoeby 2000
H&M 4000 en Shoeby 4000

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de dominante actie van de H&M?
A
Wel uitverkoop
B
Geen uitverkoop

Slide 8 - Quizvraag

Wat is nivellering van de inkomens?
A
De verschillen in inkomens tussen personen worden GROTER
B
De verschillen in inkomens tussen personen worden KLEINER

Slide 9 - Quizvraag

Als de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten een lange tijd daalt, spreek je van een:
A
Recessie
B
Depressie

Slide 10 - Quizvraag

Welke verschijnselen passen bij een laagconjunctuur?
A
Hoge werkloosheid
B
Hoge omzet bij bedrijven
C
Relatief veel gezinnen leven in armoede
D
Veel vraag naar goederen

Slide 11 - Quizvraag

In een tijd van .?. kopen consumenten veel goederen
A
Hoogconjunctuur
B
Laagconjunctuur

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bereken je de toegevoegde waarde?
A
Omzet + ingekochte goederen en diensten
B
Omzet - verkochte goederen en diensten
C
Omzet - ingekochte goederen en diensten

Slide 13 - Quizvraag

De ECB kan de conjunctuur stimuleren met een renteverlaging. Zet volgende stappen in de juiste volgorde

BLZ 296 opdracht 1

Slide 14 - Open vraag

Lees opdracht 5 B op BLZ 287
Geef antwoord op die vraag!

Slide 15 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak: oefenen voor de toets H9
Als je klaar bent maak: oefenen voor de toets H8 opdracht 5 & 7

Eerste 5 minuten in stilte!!
Daarna op fluiterniveau overleggen met buurman/vrouw

Steek je vinger op als je vragen hebt!
MOBIELTJES IN JULLIE SCHOOLTAS!

Slide 16 - Tekstslide