Grammar quiz unit 3

Good morning Z1C
Grammar quiz of unit 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good morning Z1C
Grammar quiz of unit 3

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present simple? Als iets...
A
een tijdje bezig bezig is
B
in het verleden is gebeurd maar het is niet belangrijk wanneer
C
altijd/nooit/regelmatig gebeurt
D
een feit of gewoonte is

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de SHIT-regel?

Slide 3 - Open vraag

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden voor de present simple

Slide 4 - Open vraag

Welke zin is in de present simple?
A
She talked to me last night
B
He has called me before
C
He never calls
D
He was calling me all night

Slide 5 - Quizvraag

Maak hier een vraag van (present simple): He often takes the bus.

Slide 6 - Open vraag

Maak hier een ontkenning van (present simple): I do my homework at night

Slide 7 - Open vraag

Wanneer gebruik je de present continuous? Als iets....
A
even bezig was / aan de gang was in het verleden
B
altijd/nooit/regelmatig gebeurt
C
in het verleden is begonnen en nu nog bezig is
D
Als iets NU bezig is

Slide 8 - Quizvraag

Which sentence is in the present continuous?
A
It's raining at the moment
B
He plays a lot of games
C
He hasn't arrived yet
D
They were playing computer games

Slide 9 - Quizvraag

Can you give me _____ book over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quizvraag

Who are _____ children playing across the street?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 11 - Quizvraag

Shall I use ______knife here?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 12 - Quizvraag

Look at ______ flowers! They smell nice too.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 13 - Quizvraag

We need _________ bananas
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

You can't buy _________ posters here
A
some
B
any

Slide 15 - Quizvraag

He hasn't got _________ money
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

My sister has paid for her new clothes ______
A
myself
B
itself
C
herself
D
themselves

Slide 17 - Quizvraag

You two did a great job! You can be proud of ______
A
yourself
B
himself
C
themselves
D
yourselves

Slide 18 - Quizvraag

Give a short answer to my question! 

Slide 19 - Tekstslide

Write down the plural (meervoud) forms of the following words: cat, family, life, child, tooth

Slide 20 - Open vraag

Practice makes perfect


  • Choose 1 catch up exercise
  • Do ***practise more*** exercises

Slide 21 - Tekstslide