examenopgave oefenen

Leerdoelen
- Je hebt geoefend met het beantwoorden van examenvragen
- Je hebt de leerstof herhaald
--> eerst: kort bespreken opgaven 4.3

Pak de examenopgave op blz. 26 erbij: bodemaantasting in semi-aride gebieden.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
- Je hebt geoefend met het beantwoorden van examenvragen
- Je hebt de leerstof herhaald
--> eerst: kort bespreken opgaven 4.3

Pak de examenopgave op blz. 26 erbij: bodemaantasting in semi-aride gebieden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ik ben bezig met de voorbereidingen voor het PTA van aardrijkskunde
A
Ja
B
Nee
C
een beetje..

Slide 3 - Quizvraag

Type vragen
- noteer begrip, reden, argument, atlaskaart -> kort antwoord
- noteer het verband -> vaak in een 'hoe .. hoe' zin
- Maak een vergelijking -> noteer beide onderdelen!
- Beschrijf een proces -> in een aantal stappen
- leg uit / beredeneer -> verklaring! vaak in twee stappen

--> soms ook: 'geef aan op welke manier'

Slide 4 - Tekstslide

Een toetsvraag
- Noteer kernwoorden en zinnen
- Bestudeer de bron (Lees de titel!!)
- Wat weet je van het onderwerp?
- Wat staat erin de atlas?
- Wat voor type vraag?
- welk schaalniveau / dimensie?
- formulering en antwoordencheck!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Even herhalen: welk Köppenklimaat hoort er ook alweer bij de Savanne?

Slide 8 - Open vraag

Volgens bron 6 valt er in de Sahelzone in de maand mei minder neerslag dan in de maand juli. Beredeneer dat de bodemaantasting door neerslag in mei toch groter is dan in juli (2p). 
Hoe de vraag ook gesteld had kunnen worden: ''leg uit dat de bodemaantasting door neerslag in mei groter is dan in juli, ondanks dat dat er minder neerslag valt''

-> wat weet je over bodemerosie door neerslag? Welke gebieden zijn hier gevoelig voor? Gebruik deze 'algemene regel' in jouw antwoord.

Let op: In deze vraag zit ook een vergelijking! Welke twee elementen moet ik in mijn antwoord met elkaar vergelijken?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Volgens bron 6 valt er in de Sahelzone in de maand mei minder neerslag dan in de maand juli. Beredeneer dat de bodemaantasting door neerslag in mei toch groter is dan in juli (2p).

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Naast bodemaantasting door neerslag komt in de Sahelzone ook winderosie voor.In februari en maart is de bodem in de Sahelzone het meest gevoelig voor winderosie. Geef daarvoor twee argumenten die je kunt afleiden uit de bronnen

-> wat weet je over erosie door wind?
-> welke twee 
indicatoren behalve
bodemerosie zie je?

Slide 13 - Tekstslide

Naast bodemaantasting door neerslag komt in de Sahelzone ook winderosie voor.In februari en maart is de bodem in de Sahelzone het meest gevoelig voor winderosie. Geef daarvoor twee argumenten die je kunt afleiden uit de bronnen

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

De foto van bron 7 is genomen in een gebied waar vooral bodemaantasting door wind voorkomt.
Noem een specifiek landschapselement afgebeeld in bron 7 waaraan je kunt zien dat op lokale schaal ook bodemaantasting door water plaatsvindt (1p). 


-> Hoe herken je erosie door water in het landschap?

Slide 16 - Tekstslide

De foto van bron 7 is genomen in een gebied waar vooral bodemaantasting door wind voorkomt. Noem een specifiek landschapselement afgebeeld in bron 7 waaraan je kunt zien dat op lokale schaal ook bodemaantasting door water plaatsvindt (1p).

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

De bodemaantasting door water in dit gebied wordt vooral veroorzaakt door een speciaal kenmerk van de neerslag in de Sahelzone.
Welk kenmerk is dit? (1p).

Welke twee kenmerken van de neerslag ken je?

Slide 19 - Tekstslide


Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Gaat de Rode Zee de Dode Zee redden?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk goed wat de betekenis is van de blauwe,
dikke (stippel)lijn.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Gebruik de bronnen 1 en 2. Met het project Rode Zee-Dode Zee watertransport worden drie doelen nagestreefd.
4 Noteer deze drie doelen en beschrijf voor elk doel de wijze waarop dit gerealiseerd moet worden

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je hebt geoefend met het beantwoorden van examenvragen
- Je hebt de leerstof herhaald

Slide 29 - Tekstslide