les 2: Klimaten in Zuid-Amerika (3.2)

Deze les
Beredeneren welke klimaatbepalende factor het verschil veroorzaakt tussen 2 locaties: 
- verschil in temperatuur
- verschil in neerslag

Een vraag stellen over de klimaatbepalende factor die je nog niet begrijpt.

uitleg
zelf oefenen
weektaak
na-bespreken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Beredeneren welke klimaatbepalende factor het verschil veroorzaakt tussen 2 locaties: 
- verschil in temperatuur
- verschil in neerslag

Een vraag stellen over de klimaatbepalende factor die je nog niet begrijpt.

uitleg
zelf oefenen
weektaak
na-bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Klimaatbepalende factoren

Temperatuur wordt beïnvloed door:
- breedteligging
- hoogteligging
- warme/koude zeestroom
- ligging dichtbij/verweg van zee

Neerslag wordt beïnvloed door:
- ITCZ
- reliëf
- ligging dichtbij/ver weg van zee
- aanlandige of aflandige wind
- warme/koude zeestroom

Slide 3 - Tekstslide

Temperatuurbepalende factoren
breedteligging
hoogteligging
warme/koude zeestroom
ligging dichtbij/verweg van zee
Hoe verder weg van de evenaar, hoe kouder het is.
Hoe hoger op de berg, hoe kouder het is.
Bij een koude zeestroom is het land dat eraan grenst kouder dan dat je op die breedte verwacht.
De zee maakt het temperatuurverschil tussen seizoenen minder groot. De winters minder koud, de zomers minder heet.

Slide 4 - Sleepvraag

Neerslag bepalendefactoren
ITCZ
reliëf
aan- of aflandige wind
ligging dichtbij/verweg van zee
warme/koude zeestroom
Als het zeewater warm is verdampt er meer water, waardoor er meer neerslag kan vallen.
Deze zone van laag drukgebied verschuift. 
Daar waar hij ligt regent het.
Als wind vanaf zee richting het land waait dan komt er vochtige lucht van zee over het land. Waardoor het gaat regenen.
De kant van de berg waar wind aankomt stijgt de lucht, koelt af, condenseert en het gaat regenen (=loefzijde)
Als een gebied dichtbij zee ligt dan is er meer vocht in de lucht, waardoor het er meer regent.

Slide 5 - Sleepvraag

Januari
Juli

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik de kaarten op de vorige slide, en gebruik de atlas.

Waardoor is het in Manaus het hele jaar door warmer dan in Asuncion?

Slide 7 - Open vraag

Gebruik de kaarten op de vorige slide, en gebruik de atlas.

In Lima is het het hele jaar door kouder dan in Salvador.
Leg met 2 verschillende klimaatbepalende factoren uit waarom dat zo is.

Slide 8 - Open vraag

Beredeneer waar de verschillen tussen zomer en winter temperatuur kleiner zijn. In Asuncion of in Rio de Janeiro.

*Beredeneren = uitleggen waardoor.

Slide 9 - Open vraag

Januari
Juli

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit waarom het in juli droog is in Brasilia.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit waarom er het hele jaar door ten westen van Recife weinig neerslag valt.

Slide 12 - Open vraag

Verklaar met 2 klimaatbepalende redenen waarom het in Santiago droger is dan in Buenos Aires

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Beredeneren welke klimaatbepalende factor het verschil veroorzaakt tussen 2 locaties: 
- verschil in temperatuur
- verschil in neerslag

Een vraag stellen over de klimaatbepalende factor die je nog niet begrijpt.

Slide 15 - Tekstslide