Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formatieve toets 'Leesvaardigheid' TH13
Ik weet wat een alinea is en hoe je een alinea kunt herkennen.
A
Ja, dat kan ik al
B
Nee, dat kan ik nog niet
C
Dat kan ik al meer wel dan nog niet
D
Dat kan ik meer nog niet dan al wel
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
3 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Ik weet wat een alinea is en hoe je een alinea kunt herkennen.
A
Ja, dat kan ik al
B
Nee, dat kan ik nog niet
C
Dat kan ik al meer wel dan nog niet
D
Dat kan ik meer nog niet dan al wel
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn alinea's?
A
Een alinea is een deel van een tekst.
B
Een alinea is een titel van een stukje tekst.
C
Een alinea is een plaatje dat bij een deel van een tekst hoort.
D
Een alinea is een schuingedrukt stukje van de tekst.
Slide 2 - Quizvraag
Een alinea heeft altijd een tussenkopje.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een titel boven een alinea of boven meerdere alinea's noem je....
A
alinea
B
tussenkopje
C
tekstgedeelte
D
signaalwoord
Slide 4 - Quizvraag
1
Slide 5 - Video
Nog even een check > sleep het
doel van de tekst
naar het
voorbeeld van een tekstsoort
die hierbij hoort.
Informatie geven
Leren of uitleggen
Iets laten doen
Zijn mening geven
Amuseren
Slide 6 - Sleepvraag
00:40
Welke tekstdoelen zijn net genoemd?
Slide 7 - Open vraag
2
Slide 8 - Video
01:37
Welk kenmerk hoort bij een tussenkopje?
Een tussenkopje...
A
staat in iedere tekst
B
geeft een deelonderwerp aan
C
is hetzelfde als een titel
D
hoort boven iedere alinea
Slide 9 - Quizvraag
01:38
Wat is een deelonderwerp?
A
behandelt een deel van het onderwerp
B
Vertelt waar de tekst over gaat
C
Dat is hetzelfde als een alinea
D
Dat is de belangrijkste zin in een alinea
Slide 10 - Quizvraag
Als je een woord leest in een tekst waar je de betekenis niet van weet, hoe kun je dan meestal toch achter de betekenis komen?
Geef 2 tips.
Slide 11 - Open vraag
Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.
Slide 12 - Quizvraag
Wat moet je NIET doen bij verkennend lezen?
A
Je leest de titel en deeltitels
B
Je leest alle zinnen nauwkeurig.
C
Je kijkt naar de plaatjes
D
Je leest de eerste en de laatste alinea
Slide 13 - Quizvraag
Verkennend lezen is handig omdat je....
A
zo goed kan beslissen of je de tekst wilt lezen
B
zo goed voorbereid bent op het lezen van de hele tekst
C
dan snel het onderwerp van de tekst kan bepalen
D
dan snel het tekstdoel kan bepalen.
Slide 14 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Hoofdzaken zijn vaak feiten, jaartallen of eigenschappen van het onderwerp
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Bijzaken kun je weglaten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat kan een functie van een inleiding zijn?
A
De tekst afsluiten
B
Het onderwerp van de tekst aankondigen
C
De lezer afschrikken om de tekst te lezen
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent het als een tekst wordt afgesloten met een uitsmijter?
A
De schrijver verbiedt de lezer om verder te lezen
B
De schrijver eindigt met een conclusie
C
De schrijver eindigt de tekst met een grapje of aanmoediging
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Wat is het signaalwoord?
Ook de hond was bang voor het onweer.
A
ook
B
was
C
bang
D
onweer
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord?
Ik wilde nog boodschappen doen, maar ik miste de bus.
A
ik
B
wilde
C
nog
D
maar
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord?
Mijn kamer staat vol troep. Denk aan tien dozen met oude kleding.
A
vol
B
denk aan
C
dozen
D
met
Slide 22 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Ten eerste ben ik misselijk, ten tweede ben ik boos en ten derde heb ik er gewoon geen zin in.
A
Tijd
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Opsomming
Slide 23 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Ik kan niet voetballen omdat ik mijn been gebroken heb.
A
Tegenstelling
B
Doel-middel
C
Reden, oorzaak, gevolg
D
Samenvatting
Slide 24 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Eerst ga ik sporten en daarna huiswerk maken.
A
Tijd
B
Voorwaarde
C
Reden, oorzaak, gevolg
D
Samenvatting
Slide 25 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Ik ga naar buiten, mits het niet regent.
A
Tegenstelling
B
Doel-middel
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
1.3 lezen Talent
November 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
Formatieve toets 'Leesvaardigheid' TH13
September 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhalen lezen
May 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Leesvaardigheid
April 2017
- Les met
12 slides
door
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Examentraining
1.3 Lezen
September 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1.3 lezen 2kg
October 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
VWO 2 Oefenen theorie talent 1.3
October 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2