verhoudingen op weg naar 2f

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

op weg naar 2f

breuken

vorige les:

* je kunt een breuk benoemen

* je kunt breuken vereenvoudigen

welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 2/5
3. 3/5
4. 5/5

welke breuk is dit?

1. 1/8
2. 3/8
3. 4/8
4. 6/8

vereenvoudig deze breuk zo klein mogelijk: 6/12

1. 2/4
2. 3/6
3. 1/2
4. 1/6

vereenvoudig deze breuk zo klein mogelijk: 3/9

1. 1/3
2. 2/4
3. 1/2
4. 6/18

lesdoel voor vandaag:

* je kunt met breuken een hoeveelheid bepalen

* Je kunt in contextsituaties rekenen met veel voorkomende breuken.

voorbeeldsom 1

jij hebt 450 euro en daarvan krijg jij vandaag 2/5 deel.

Hoeveel euro is dat?

voorbeeldsom 2:

wij hebben hier 795 euro. Hiervan krijg jij vandaag 1/4 deel.

Hoeveel euro is dit? (rond af om 2 cijfers na de komma).

je krijg 3/5 deel van 350 euro. Hoeveel euro is dat?

1. 70 euro
2. 210 euro
3. 583 euro
4. 140 euro

Op de bankrekening 1345,00 euro staan. Je betaald een rekening.
Dit is 1/3 van wat er op je rekening stond.
Hoe duur was de rekening? (rond af op 2 cijfers achter de komma)

1. 896,67 euro
2. 224,17 euro
3. 672,20 euro
4. 448,33 euro

wat heb je geleerd vandaag?