3GT - schrijven H5 - les n.a.v. opdracht 2

3GT - schrijven H5
Les naar aanleiding van schrijfopdracht 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3GT - schrijven H5
Les naar aanleiding van schrijfopdracht 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigende teksten
In een overtuigende tekst, of betoog, laat de schrijver duidelijk weten wat zijn mening is. Hij vertelt wat hij van het onderwerp vindt en onderbouwt die met argumenten. Zo probeert hij de lezer te overtuigen.

Voorbeelden van overtuigende teksten: beoordeling, ingezonden brief, sommige artikelen in een krant of tijdschrift.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog is als volgt opgebouwd:
  1. Inleidend tekstje en standpunt schrijver
  2. Argument 1 + toelichting
  3. Argument 2 + toelichting
  4. Argument 3 + toelichting
  5. Herhaling standpunt + argumenten + conclusie 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Lees de tekst op de volgende slide. Is de tekst volledig? 
Zo niet, noteer dan bij welke alinea('s) je informatie mist en welke info dat is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de tekst volledig?
Zo niet, noteer dan bij welke alinea('s) je informatie mist en welke info dat is.

Slide 6 - Open vraag

alinea 3: die inhoud past ook bij alinea 2
alinea 4: heel kort
alinea 5: heel kort, argumenten en conclusie ontbreken
voor- en achternaam ontbreekt
Vraag 2
Lees de tekst op de volgende slide. Is de tekst volledig? 
Zo niet, noteer dan bij welke alinea('s) je informatie mist en welke info dat is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de tekst volledig?
Zo niet, noteer dan bij welke alinea('s) je informatie mist en welke info dat is.

Slide 9 - Open vraag

alinea 3: die inhoud past ook bij alinea 2
alinea 4: heel kort
alinea 5: heel kort, argumenten en conclusie ontbreken
voor- en achternaam ontbreekt
Bij het schrijven van een tekst moet je ook letten op je taalgebruik:
  1. Formulering (goede zinnen)
  2. Spelling (incl. werkwoorden en hoofdlettergebruik)
  3. Interpunctie (leestekens op de juiste wijze plaatsen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3
In deze tekst staan taal- en spelfoutjes. Welke kun je ontdekken? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de foutjes die je had ontdekt

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4
In deze tekst staan taal- en spelfoutjes. Welke kun je ontdekken? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de foutjes die je had ontdekt

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot moet je ook letten op de conventies. 
Bij deze tekst gaat het om:
  1. titel
  2. indeling in alinea's
  3. voor- en achternaam
  4. logische opbouw
  5. gepast taalgebruik

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer je opmerking(en) over de conventies.

Slide 19 - Open vraag

Goed gehouden aan de conventies. Eén tip: sla maar één regel over tussen de alinea's.
Vraag 5
Bekijk de tekst op de volgende slide. Voldoet de tekst aan de conventies? Zo niet, noteer dan wat er volgens jou moet worden aangepast.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
Bekijk de tekst op de volgende slide. Voldoet de tekst aan de conventies? Zo niet, noteer dan wat er volgens jou moet worden aangepast.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer je opmerking(en) over de conventies.

Slide 23 - Open vraag

Gepast taalgebruik
'Mijn 1e argument, mijn 2e argument, etc.
Heb je nog vragen of opmerkingen over het schrijven van een overtuigende tekst?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
1. Beoordeel je tweede tekst 
2. Schrijf nog één keer een betoog. Dit keer mag je het onderwerp zelf bepalen. Houdt je aan dezelfde opbouw als bij de eerste en tweede tekst.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies