opdr 1: Pilaar ontwerpen

1. Lesopening/Lesdoel            Ontwerp een pilaar         
2. Terugblik                                 Versieringen     
3. Instructie                                Kunstgeschiedenis                                  
4. Begeleid inoefenen            Uitleg opdracht   
5. Zelfstandig werken             Nu jij!      
6. Evaluatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Lesopening/Lesdoel            Ontwerp een pilaar         
2. Terugblik                                 Versieringen     
3. Instructie                                Kunstgeschiedenis                                  
4. Begeleid inoefenen            Uitleg opdracht   
5. Zelfstandig werken             Nu jij!      
6. Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening/Lesdoel
Opdracht: Ontwerp een pilaar met voetstuk en kapiteel.
Materiaal: Hb en 2B potlood
Lesduur: +/-  4 lesuren

Lesdoel: 
- Kennis maken met het de begrippen: Pilaar, schacht, ornamenten, voetstuk, kapiteel, timpaan, fries, architraaf.
- Verschil tussen klassiek en classicistisch kunnen herkennen. 
- Werken met schaduw

Slide 2 - Tekstslide

3. Instructie
Om met deze opdracht aan de slag te gaan is het handig om eerst wat meer kennis te maken met de kunstgeschiedenis van klassieke en classicistische bouw. 

Daarna kun je met meer kennis aan de slag met het tekenen van je eigen pilaar. 



Slide 3 - Tekstslide

2. Terugblik 
Stukje kunstgeschiedenis: 
Honderd jaar geleden was het heel modern om
gebouwen te versieren. Die versieringen noemen 
we in de architectuur ornamenten. Hier zie je 
de voorgevel van het Centraal Station van 
Antwerpen uit 1905. Deze voorkant is helemaal 
versierd met ornamenten. En voor de constructie van het 
gebouw waren al die bogen en pilaren helemaal niet nodig. Al
die onderdelen zitten er alleen maar op voor de sier. De status (de belangrijkheid) van het gebouw wordt ermee onderstreept. 

Slide 4 - Tekstslide

Op 1.2 zie je een groot gebouw. Het ziet er belangrijk uit. Het is het stadhuis van Auburn in New York, gebouwd in 1930. Op 1.3 zie je de tempel van Segesta (op Sicilie in Italie) afgebeeld. Die is ruim 2000 jaar eerder neergezet, in 430 voor 0. Deze tempel is nooit afgebouwd. Zou hij wel afgemaakt zijn, dan had dat er ongeveer uitgezien zoals de Parthenon-tempel op tekening 1.4

Slide 5 - Tekstslide

KLASSIEK
Die oude tempel is uit de tijd van
de klassieken. Want zo noemen
we de tijd van de oude Grieken en
Romeinen, zo’n 2000 jaar geleden.
De tempels in die tijd waren bedoeld
om de Goden te vereren.
Ze waren open, de wind kon er
aan alle kanten doorheen blazen.
Omdat deze gebouwen oud
zijn, noemen we ze klassiek.
CLASSICISTISCH
Vergelijk de tempel en het stadhuis: je ziet in het stadhuis uit 1930 een aantal onderdelen
uit de tijd van de klassieken!
Dat is gedaan om het gebouw belangrijk te laten zijn. Ook zie je verschillen: het
stadhuis is dicht, gemaakt met bakstenen en voorzien van ramen en deuren. Het is in een
andere tijd gebouwd en heeft een heel andere functie. Deze bouwstijl noemen we
classicistisch: als nieuwe gebouwen worden aangekleed met elementen van de oude
Grieken en Romeinen, de klassieken.

Slide 6 - Tekstslide

KLASSIEK GEEFT AANZIEN

TEMPEL-ONDERDELEN
Op 1.5 en op 1.6 zie je stukken
van een klassieke Griekse tempel. 

Slide 7 - Tekstslide

4. Begeleid inoefenen
Nu je wat meer af weet over de bouw van de klassieke ga je 
aan de slag met het maken van je eigen pilaar. 
Je gaat gebruik maken van ornamenten in het 
thema natuur en daarbij ga je een kapiteel en 
een voetstuk tekenen. Het voetstuk en het kapiteel 
moeten breder zijn dan de schacht. 

Slide 8 - Tekstslide

UITSTRALING
Op 1.8 zie je een belangrijk gebouw. Het is geen tempel, zoals die op 1.3, maar het lijkt er wel op. Hier worden geen goden vereerd, hier wordt klassieke muziek gemaakt. Een
soort muziektempel dus. Ook dit gebouw is versierd met allerlei onderdelen uit de
Griekse oudheid, zoals pilaren, een architraaf, kapitelen en een timpaan.
KUNSTGESCHIEDENIS
Waarom heeft men dit Concertgebouw zo versierd? Waarom was dat 100 jaar geleden over de hele wereld in de mode? Hoe zag het er daarvoor uit?
Om daarachter te komen moet
 e in de wereld van de kunstgeschiedenis duiken. Want kunstgeschiedenis helpt je te begrijpen waarom onze wereld eruit ziet zoals hij eruit ziet. Niet met
woorden, maar met beelden.

Slide 9 - Tekstslide

5. Zelfstandigwerken
Ga aan de slag volgens het stappenplan. 
Werk netjes en denk aan het thema natuur. 
Eerst maak je een schets en daarna werk je het geheel netjes uit met HB en 2B potlood. 

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Vouw je A4 vel door midden. 
  2. Teken in elk vlak een rechthoek
    van 8x28 cm (gebruik een liniaal)
  3. Voetstuk en kapiteel zijn
    breder dan de schacht
  4. Maak eerst schets als deze goed is
    gekeurd, dan ga het uitwerken. 
  5. Alles uit werken met grijs tekenpotlood,
    maak gebruik van schaduw

Slide 11 - Tekstslide

6. Evaluatie
Wat heb je vandaag geleerd?

Hoe vind je dat het tot nu toe is gegaan?

Waar ga je de volgende les mee aan de slag?  

Slide 12 - Tekstslide

*Plusopdracht of Klaaropdracht
Je tekent de twee verschillende zuilen af. Je werkt met grafietpotlood HB, B2 en B4 de zuilen zijn symmetrisch dus links en recht identiek. Maak gebruik van hulplijnen die je heel licht schetst. Al schetsend de grote lijnen en vervolgens de details uitwerken.

Slide 13 - Tekstslide