Herhaling 6.1 begrippen + box 1

Herhaling 6.1 begrippen + box 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 6.1 begrippen + box 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Welkom
Doelen van deze LessonUp:
- aan het einde van deze les heb je de begrippen van Box 1 herhaalt
- aan het einde van deze LessonUp heb je geoefend met het berekenen van het belastbaar inkomen
- aan het einde van deze LessonUp heb je geoefend met het berekenen van de belasting in Box 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewering 1: Aftrekposten zijn voordelig voor het belastbaar inkomen.
Bewering 2: bijtellingen zijn nadelig voor het belastbaar inkomen.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering 1 is juist. Bewering 2 is onjuist
C
Bewering 1 is onjuist Bewering 2 is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem, naast de aftrek van giften, nog 2 aftrekposten in box 1
A
eigen woningforfait en reiskosten
B
hypotheekrenteaftrek en bijzondere zorgkosten
C
reiskosten en algemene heffingskorting
D
algemene heffingskorting en studiekosten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende zijn alleen maar aftrekposten?
A
Reiskosten en hypotheekrente
B
Hypotheekrente en een auto van de zaak
C
Loon en eigen woningforfait
D
Studiekosten en eigenwoningforfait

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WOZ-waarde van een huis wordt ook gebruikt bij het bepalen van:
A
de hoogte van de contributie van Vereniging eigen huis
B
de hoogte van de hypotheekrente
C
de hoogte van de jaarlijkse aflossing op de hypotheek
D
het eigen woningforfait

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijtelling of aftrekpost?
Auto van de zaak
A
Bijtelling
B
Aftrekpost

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord bestaat uit alleen maar aftrekposten?
A
eigenwoningforfait, giften goede doelen, hypotheekrenteaftrek
B
eigenwoningforfait, bijtelling auto, hypotheekrenteaftrek
C
reiskosten ov woon-werk, giften goede doelen, hypotheekrenteaftrek
D
eigenwoningforfait, giften goede doelen, studiekosten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie blz. 173

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld berekening belastbaar inkomen
Wendy heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-
Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.  Het eigen woningforfait is 0,60%, de woningwaarde is € 185.000,-. Auto van de zaak. Waarde €35.000,-- Bijtelling = 17%
Bereken haar belastbaar inkomen.
Bruto jaarinkomen                                                                                                       € 36.000,-
Bijtelling auto                                                        €35.000 : 100 x 17  =                €    5950,--
Bijtelling (eigen woningforfait)                     € 185.000 : 100 x 0,6      =             € 1.110,-          +
                                                                                                                                                €43.060,--     
Aftrekpost (hypotheekrente)                             € 250.000,- : 100 x 4,5 =     € 11.250,- -     -
Belastbaar inkomen                                                                                                      €31.810,--

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De WOZ waarde, de hypotheekwaarde en de waarde van de auto hoef je gelukkig niet mee te tellen bij het belastbaar inkomen!
Wendy heeft een bruto jaarinkomen van € 36.000,-
Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.  Het eigen woningforfait is 0,60%, de woningwaarde is € 185.000,-. Auto van de zaak. Waarde €35.000,-- Bijtelling = 17%
Bereken haar belastbaar inkomen.
Bruto jaarinkomen                                                                                                       € 36.000,-
Bijtelling auto                                                        €35.000 : 100 x 17  =                €    5950,--
Bijtelling (eigen woningforfait)                     € 185.000 : 100 x 0,6      =             € 1.110,-          +
                                                                                                                                                €43.060,--     
Aftrekpost (hypotheekrente)                             € 250.000,- : 100 x 4,5 =     € 11.250,- -     -
Belastbaar inkomen                                                                                                      €31.810,--

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het inkomen is €85.000. De WOZ-waarde is €410.000. Het eigenwoningforfaitpercentage is 0,75%. De hypotheek is €320.000. De hypotheekrente is 1,8%. Een auto van de zaak van €42.000 bijtelling is 15%. Bereken het belastbaar inkomen

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schijventarief
  • De belasting in box 1 bereken je met het schijventarief.
  • In het schijventarief is je belastbaar inkomen over twee schijven verdeeld. 
  • De meeste inkomens vallen in schijf 1, alles wat je meer verdient wordt belast in schijf 2.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schijventarief is een voorbeeld van
A
Degressief belastingstelsel
B
Proportioneel belastingstelstel
C
Progressief belastingstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn belastbaar inkomen in box 1 is €73.000. Hoeveel belasting moet ik betalen?

Slide 15 - Open vraag

68.508 x 37,1% = €25.416,47
(73.000 - 68.508) x 49,5% = €2.223,54
Belasting = €25.416,47 + €2.223,54 = €27.640,01
Mogelijkheden om te oefenen
Oefenopdrachten in SOMtoday
Opdracht 4 rekenopdrachten blz. 192
Opdracht 6 en 7 rekenopdrachten blz. 192

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies