In deze toets worden luister en leesopdrachten gecombineerd. Zorg ervoor dat je een koptelefoon of oortjes klaar hebt voor het maken van de toets. Neem de tijd. Lees of luister opnieuw wanneer je het antwoord niet weet. Veel succes!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Listening & Reading
In deze toets worden luister en leesopdrachten gecombineerd. Zorg ervoor dat je een koptelefoon of oortjes klaar hebt voor het maken van de toets. Neem de tijd. Lees of luister opnieuw wanneer je het antwoord niet weet. Veel succes!
Slide 1 - Tekstslide
Deel 1: Listening
Het eerste deel van de toets gaat om luisteropdrachten.
Druk op het koptelefoontje om het fragment te beluisteren.
Kies daarna het juiste antwoord. Je mag de fragmenten vaker beluisteren.
Slide 2 - Tekstslide
Fragment 1
Je gaat luisteren naar een gesprek tussen Jonny en zijn ouders. Ze zijn in een café.
Lees eerst de vragen door. Luister dan naar de opname en kies het juiste antwoord na het fragment.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zegt de barman tegen de ouders van Jonny?
A
Ze kunnen alleen drankjes en snacks bestellen.
B
Ze kunnen alvast plaatsnemen en de kaart bekijken.
JJe gaat luisteren naar een interview met Joe Bradwell.
Lees eerst de vragen door. Luister dan naar de opname en kies het juiste antwoord na het fragment.
Slide 9 - Tekstslide
Waarom zijn de kampioenschappen in Sheffield bijzonder voor Joe?
A
Hij is de jongste deelnemer.
B
Hij komt zelf uit Sheffield.
C
Hij neemt heel veel fans mee.
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de onderstaande beweringen is waar?
A
Je moet de witte bal tegen een gekleurde bal stoten.
B
Je moet een gekleurde bal tegen de witte bal stoten.
C
Je moet proberen de witte bal in het gat te stoten.
Slide 11 - Quizvraag
Welke bal is de meeste punten waard?
A
de rode bal
B
de witte bal
C
de zwarte bal
Slide 12 - Quizvraag
Hoe voelt Joe zich meestal tijdens een wedstrijd?
A
behoorlijk ontspannen
B
een beetje zenuwachtig
C
heel erg nerveus
Slide 13 - Quizvraag
Joe zegt tijdens het interview: ‘My dad was a snooker referee.’ Wat is de Nederlandse vertaling van het woord referee?
A
eigenaar
B
scheidsrechter
C
verslaggever
Slide 14 - Quizvraag
Fragment 3
Je gaat luisteren naar een verslag van de finale van een kookwedstrijd.
Lees eerst de vragen door. Luister dan naar de opname en kies het juiste antwoord na het fragment.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe lang hebben de voorrondes geduurd?
A
vier weken
B
vijf weken
C
tien weken
Slide 16 - Quizvraag
Hoe lang hebben de deelnemers de tijd om iets te koken?
A
een uur
B
twee uur
C
drie uur
Slide 17 - Quizvraag
Hoe reageert Carlo op de ladies’ fingers?
A
Hij vindt ze er vies uitzien, maar gaat ze misschien gebruiken.
B
Hij vindt de naam walgelijk en gaat ze niet gebruiken.
C
Hij vindt ze er walgelijk uitzien en gaat ze niet gebruiken.
Slide 18 - Quizvraag
Wat zegt Carlo over zijn hoofdgerecht met kip en banaan?
A
Het is gemakkelijk te maken.
B
Het is lekker en gezond.
C
Het is zijn favoriete gerecht.
Slide 19 - Quizvraag
Deel 2: Reading
Het tweede deel van de toets gaat om leesopdrachten.
Lees eerst de hele tekst. Ga dan verder naar de vragen. Bij elke vraag kun je de tekst opnieuw in beeld brengen. Druk op de tekst om hem groot in beeld te krijgen.
Slide 20 - Tekstslide
Tekst 1
voorlezen
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de juiste vertaling van idea (regel 1)?
Slide 22 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van sausage (regel 17)?
Slide 23 - Open vraag
Hoeveel plakjes kaas heb je nodig voor het recept?
Slide 24 - Open vraag
Hoe lang moet de pizza in de oven?
Slide 25 - Open vraag
Voor welke maaltijd is dit recept?
A
avondeten
B
middageten
C
ontbijt
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent crusts (regel 10)?
Slide 27 - Open vraag
Tekst 2
Voorlezen
Slide 28 - Tekstslide
Wat is de juiste vertaling van thirsty (regel 18)?
Slide 29 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van carrots (regel 9)?
Slide 30 - Open vraag
Hoeveel glazen water of andere vloeistof per dag moet je drinken?
Slide 31 - Open vraag
Hoe kun je fruit gebruiken?
A
nooit als ontbijt
B
als ontbijt en als tussendoortje
C
alleen als tussendoortje
Slide 32 - Quizvraag
Waarom is deze tekst geschreven?
Slide 33 - Open vraag
Einde toets
DIt is het einde van de toets. Controleer nog even of je alle antwoorden hebt ingevoerd en druk dan op: