To be

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welcome

Planning

• To be 
• Oefenen met to be
• Klassikaal bespreken
• Brainstormen opdrachten keuzedeel
• Invullen logboek
• Afsluiting

To be

• To be = zijn in het Nederlands
• 2 rijtjes 
• Goed uit je hoofd leren

To be (present)

Tegenwoordige tijd  = present
 Nederlands
Ik ben
Jij/u bent
Hij/zij/het is
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn

To be (present)

In het Engels:
 I am
You are
He/she/it is
We are
You are
They are

To be (present)

Voorbeelden:

I am a teacher.

We are at school.

It is raining.

To be (past)

Past = verleden tijd (is al geweest)

Ik was

Jij/u was

Hij/zij/het was

Wij waren

Jullie waren

Zij waren

To be (past)

I was

You were

He/she/it was

We were

You were

They were

To be (past)

Voorbeelden

I was hungry.

You were happy.

They were sleeping.

Your turn

Wat? Maken 2 werkbladen to be

Hoe? Zelfstandig

Hoe lang? 15 minuten

Klaar? Opdrachten hoofdstuk schrijven maken A1

Keuzedeel

Je bedenkt 5 leerdoelen

Wat wil je leren?

Hoe pak je de doelen aan?

Brainstormen

Keuzedeel leerdoel 1

Ideeën bedenken

Mind map

Your turn

Wat? Maak een mind map met wat jij wilt leren in het Engels

Hoe? Zelfstandig

Hoe lang? Rest van de les

Hulp? Internet

Klaar? Bedenk een leerdoel voor keuzedeel en ga daarmee aan de slag.

Logboeken

Wat? Vul in je logboek in wat je vandaag gedaan hebt

Hoe? Zelfstandig

Hoe lang? 5 minuten

Hulp? Docent

afsluiter