In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Les 4 - kortfilm Alma
Slide 1 - Tekstslide
pg. 37
Slide 2 - Tekstslide
Zoek jij soms achtergrondinformatie op voor je een film gaat kijken?
ja
nee
Slide 3 - Poll
Waar kan je info over een film vinden?
Slide 4 - Woordweb
Welke film?
Topische vragen:
Wat zie je?
Welke kledij draagt hij?
Waarover gaat de film?
Wanneer speelt het zich af?
Slide 5 - Tekstslide
Troy
over de Trojaanse Oorlog, gebaseerd op de Ilias en de Odyssee van Homerus
Griekse mythologie
Tijdsperiode: 1200 v.C./ middeleeuwen
Slide 6 - Tekstslide
Welke term gebruiken we om aan te tonen dat een verhaal zich in een bepaalde periode afspeelt?
A
vertelde tijd
B
verteltijd
C
vroeger
D
kalendertijd
Slide 7 - Quizvraag
Wat klopt er niet op deze foto?
Slide 8 - Tekstslide
Kennen jullie de juiste term die wijst op fouten tegen de kalendertijd?
A
kalenderfout
B
anachronisme
C
niet-chronologisch
D
montagefout
Slide 9 - Quizvraag
Wordt een verhaal altijd in de juiste volgorde verteld?
A
Ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Flashback:
De lezer of kijker wordt tijdens een flashback mee teruggenomen in het verleden, vaak met het doel de situatie in het heden te verklaren of daar een bepaalde visie op te geven.
Flashforward:
De verteller vertelt iets over de (nabije of verre) toekomst.
Het is een techniek die in literatuur en film vaak wordt toegepast om de lezer/kijker een blik in de (verre) toekomst van een verhaal te geven. Zo’n vooruitwijzing is in principe alleen mogelijk als een auctoriale verteller het verhaal rapporteert.
Slide 11 - Tekstslide
Een verhaalstructuur kan in verschillende tijdsindelingen opgebouwd worden:
chronologisch:
begin - midden - einde
niet-chronologisch: midden - flashback - begin - flashforward - einde (...)
Slide 12 - Tekstslide
Herhaling verhaalelementen
tijd
personages
(spanningsopbouw)
verhaallijn
ruimte
thema
Slide 13 - Tekstslide
www.imdb.com
Slide 14 - Link
pg. 37
Slide 15 - Tekstslide
pg. 37
vraag 1-2-3
Slide 16 - Tekstslide
_______________________________
____
_______________________________________
____
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Voorspel 3 dingen die in de film zullen voorkomen.
Slide 21 - Tekstslide
timer
3:00
Slide 22 - Tekstslide
Verwacht je een goede film?
ja
nee
Slide 23 - Poll
Waarom verwacht je (g)een goede film?
Slide 24 - Woordweb
Verwacht je een droevige of vrolijke film?
Droevig
Vrolijk
Slide 25 - Poll
Slide 26 - Video
pg.39
Slide 27 - Tekstslide
een spontane reactie
Slide 28 - Tekstslide
een spontane reactie
Voorbeelden in het Nederlands:
Daar gaat mijn nachtrust …
Is dit het achtergrondverhaal bij Toy Story?
Ik ben nooit een poppenmeisje geweest, maar nu al helemaal niet meer!!!
Deze film is een complete mindfuck! Geniaal gruwelijk!
pg.39
Slide 29 - Tekstslide
Wat zou jij als spontane reactie op YouTube schrijven onder de kortfilm?
Slide 30 - Open vraag
3. Vat het verhaal samen in vijf regels
Dit gaan we niet doen.
Schrijf op waar je de video kan vinden:
Youtube: Alma short film
voor als je dit thuis nog eens wil bekijken.
pg.39
Slide 31 - Tekstslide
Aan welke andere verhalen deed de kortfilm je denken?
Slide 32 - Woordweb
We bekijken de kortfilm opnieuw
Elke groep krijgt één vraag:
Wie is het hoofdpersonage en wie is de tegenspeler?
Welke andere personages zijn er nog?
Welke sfeer wordt er in het verhaal opgeroepen? Hoe?
Hoe wordt de spanning opgebouwd in het verhaal?
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
hoofdrolspeler
Alma
antagonist
de pop die op haar lijkt
nevenpersonage
de andere poppen, zoals het fietsende jongetje
Slide 35 - Sleepvraag
Welk soort personage is Alma?
vlak personage
rond personage
Slide 36 - Sleepvraag
pg.40
Slide 37 - Tekstslide
pg.41
Slide 38 - Tekstslide
pg.47
Slide 39 - Tekstslide
timer
5:00
pg.41
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
pg.47
Slide 42 - Tekstslide
pg.42
Slide 43 - Tekstslide
sfeer
6. Beschrijf de sfeer die in het verhaal wordt opgeroepen
mysterieus en onheilspellend
7. Geef twee dingen die voor sfeer zorgen
grauwe straat
doffe en grijze kleuren
de winkel is donker
Slide 44 - Tekstslide
spanning
8. Geef twee zaken die zorgen voor spanning in het verhaal
de geluiden (voetstappen, klink, deur die dichtvalt)
de muziek (scherpe, trage tonen)
Slide 45 - Tekstslide
pg.48
Slide 46 - Tekstslide
Verhaaleinde
10. Duid de term aan die op dit verhaal van toepassing is
gesloten einde
11. Welke boodschap wil de regisseur meegeven?
Te veel nieuwsgierigheid is niet goed (kom niet zomaar overal aan)
Niet is wat het lijkt
Slide 47 - Tekstslide
Quiz
Slide 48 - Tekstslide
Wat is een protagonist?
A
verteller
B
hoofdrolspeler
C
een figurant
D
tegenspeler
Slide 49 - Quizvraag
Wat is een antagonist?
A
een hoofdrolspeler
B
een tegenspeler
C
een slechterik
D
een figurant
Slide 50 - Quizvraag
Wat voor personage is Alma?
A
rond karakter
B
vlak karakter
Slide 51 - Quizvraag
Hoe wordt het verhaal verteld in de kortfilm 'Alma'?
A
chronologisch
B
niet-chronologisch
Slide 52 - Quizvraag
Is er sprake van een flashback in de kortfilm 'Alma'?
A
ja
B
nee
Slide 53 - Quizvraag
bookwidget verhaalelementen
We lezen samen een kortverhaal
We passen de geleerde begrippen toe
Nederlands 4mw - oefeningen - les 4:
Taak verhaalelementen - een ongelukkig tijdstip
Slide 54 - Tekstslide
Evaluaties:
AGENDA:
Toets
Toets over de bouwstenen van een verhaal op _________________