Meestal komt er bij de ovulatie één eicel vrij uit de eierstok. ALS er twee eicellen vrijkomen, kunnen deze beide bevrucht worden. Elk door een andere zaadcel. De bevruchte eicellen ontwikkelen zich dan tot twee babys. We noemen dat een twee-eiïgetweeling. Ze ontstaan door de bevruchting van twee eicellen. Beide hebben een verschillend genotype.
Een tweeling kan ook ontstaan uit één bevruchte eicel.
Dat gebeurt doordat de bevruchte eicel tijdens de eerste delingen van elkaar losraakt. De twee klompjes cellen ontwikkelen zich vanuit die ene bevruchte eicel tot twee baby's. Ze hebben hetzelfde genotype, het is een één-eiïge tweeling.
Zie je één-eiïge of twee-eiïge tweelingen in de afbeeldingen?