CVA
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel liter bloed pompt het hart per uur rond?
A
100 liter
B
5 liter
C
300 liter
D
50 liter
Slide 2 - Quizvraag
De kleine bloedsomloop gaat zo:
A
hart-longen-hart
B
hart-alle organen-hart
C
hart-hersenen-hart
D
hart-benen-hart
Slide 3 - Quizvraag
Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D
Slide 4 - Quizvraag
De grote bloedomloop vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de lichaamscellen
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
De aorta is
A
De longslagader
B
De bovenste holle ader
C
De levensslagader
Slide 6 - Quizvraag
De kleine bloedomloop vervoert het zuurstofarme bloed via de rechterkamer naar de longen
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
De gemiddelde hartslag per minuut van een volwassene is
A
70
B
120
C
100
D
50
Slide 8 - Quizvraag
Bij de middelste afbeelding is er sprake van?
A
TIA
B
Herseninfarct (CVA)
C
Hersenbloeding (CVA)
D
Slide 9 - Quizvraag
Bij temperatuurstijging:
A
Blijft de hartslag gelijk
B
Neemt de hartslag toe
C
Wordt de hartslag onregelmatig
Slide 10 - Quizvraag
Welke slagader bevat zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Kransslagader
D
Halsslagader
Slide 11 - Quizvraag
Op het plaatje
ontstaat een..........
ontstaat een..........
A
Herseninfarct
B
Hersenbloeding
C
Hersentrombose
D
Hersenembolie
Slide 12 - Quizvraag
Signalen van een beroerte zijn
A
zweten, bleek, verwarde spraak
B
verlamde arm, scheve mond, verwarde spraak
C
huilen, verwarde spraak, flauwvallen
Slide 13 - Quizvraag
Afasie betekent
A
halfzijdig verlamd
B
gezichtsstoornis
C
geheugenstoornis
D
spraakstoornis
Slide 14 - Quizvraag
Hartfalen: wat is geen veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
vermoeidheid
B
kortademigheid
C
halfzijdige verlamming
D
vocht vasthouden
