Les 3

Na deze les: 
1. kan je zelf alle teksten opzoeken en vinden in de bijbel, in het N.T. en O.T.
2. begrijp je hoe je verschillende verhalen in het oude en het nieuwe testament kan zoeken.
Lesdoelen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Na deze les: 
1. kan je zelf alle teksten opzoeken en vinden in de bijbel, in het N.T. en O.T.
2. begrijp je hoe je verschillende verhalen in het oude en het nieuwe testament kan zoeken.
Lesdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Werken met de Bijbel. 

Het woord ‘bijbel’ komt uit het tegenwoordige Libanon. Daar lag het stadje Byblos. Dat plaatsje was bekend vanwege haar boekrollen die vandaar uit verspreid werden. In het Grieks, dat toen de wereld taal was, werd een boek of een boekrol daarom ‘Biblion‘ genoemd. Het meervoud is Biblia (boeken) en daar is het woord bijbel van afgeleid. Een ezelsbruggetje hiervoor is het woord ‘biblio-theek’: biblio betekent boeken, theek (theca) betekent plek: plek voor boeken. 

Teksten zoeken en vinden. 

Bijv: Luc 19 : 1-10 

Luc: afkorting voor Lucas, naam van het bijbelboek 
19: hoofdstuk 
: =daarna de verzen 
1: eerste vers 
10 laatste vers. 

2 Sam. 2:20 : Als er een 1 of een 2 
voor een Bijbelboek staat 
zijn er meerdere delen.  

 

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst. Zoek op:
 1 Korinthiërs 11: Wat staat er over "hoofdbedekking" en wat betekent het?

Slide 3 - Tekstslide

De bijbel 

... is meer dan 5000 jaar geleden ontstaan. Via mondelinge overlevering gaven de mensen de verhalen door aan hun kinderen. Dat was later minder nodig toen er een geschreven taal werd ontwikkeld. Men begon de verhalen op te schrijven, en kreeg daarmee een andere manier om iets door te geven: schriftelijke overlevering. 





Slide 4 - Tekstslide

Heilige boeken: zijn boeken met oude verhalen, aangevuld met liederen, gebeden, wetten. 

Deze boeken zijn op schrift gezet door de joden tussen 1000 en 100 jaar voor de christelijke jaartelling (v.c.j.): dit gedeelte wordt door de Christenen ook wel het oude testament (O.T.) genoemd. Testament betekent ‘verbond’, dat is een afspraak die God met mensen maakt.  

In de tijd van het oude testament waren er mannen en vrouwen die de mensen herinnerden aan de geboden en wetten van de heilige boeken. Zij wilden de mensen de boodschap van God vertellen en werden profeten genoemd. 

 

 

Slide 5 - Tekstslide

Tenach: 

Tora= onderwijzing, leer, of wet 
Nebiim= Profeten 
Chetoebim= geschriften. 

Nieuwe testament: 
Het nieuwe testament bestaat uit veel van de verhalen over Jezus’ leven en bestaat uit vier delen:  
Evangeliën (geschreven door Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes) 
Handelingen (de hoofdpersonen zijn Paulus en Petrus) 
Brieven (de meeste zijn geschreven door Paulus) 
Openbaringen (Apocalyps) 

 

Slide 6 - Tekstslide

De boeken van het Nieuwe Testament (N.T) 

... zijn opgeschreven tussen 50 en 100 jaar na het begin van de christelijk jaartelling (c.j.). Het N.T. is een verzameling heilige teksten van het christendom. Het zijn geschriften die vooral gaan over ‘Jezus’ leven en de tijd na zijn dood. 

De boeken van het N.T. zijn oorspronkelijk in het Grieks geschreven. Ongeveer 2000 jaar geleden van het Grieks de wereldtaal, zoals het Engels dat vandaag is in een groot deel van de wereld. 

Slide 7 - Tekstslide

De eerste vier boeken heten het evangelie, dit betekent ‘blijde boodschap’ of ‘goed bericht’. Veel van de andere boeken beschrijven het leven of zijn waarschijnlijk geschreven door de apostelen. Dit woord betekent ‘afgezanten’, zij waren de vrienden van Jezus of mensen die de woorden en verhalen over Jezus over de wereld verspreidden.  

 

Het woord Christus betekent hetzelfde als het Hebreeuwse woord ‘Messias’, namelijk: gezalfde. 

Slide 8 - Tekstslide

Vertaling: 

Statenvertaling: 1637 voor het eerste verschenen. 
Willibrord vertaling: nieuwste uitgave 1996 is een rooms-katholieke vertaling 
Groot nieuws bijbel: uitgebracht in 1993 
Nieuwe bijbel vertaling: uitgebracht in 2004 

Vertelling:  
Kinderbijbels 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 7D: Er zijn twee boeken in het oude testament die de naam van een vrouw hebben. Welke zijn dat?
A
Nehemia en Ester
B
Jona een Ruth
C
Ester en Ruth

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf het eerste antwoord op van opdracht 8 (het 4e boek)

Slide 11 - Open vraag

Het antwoord op vraag 8B luidt
A
21
B
20
C
19

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 4 en 7 



Bespreken

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Voor de volgende les t/m opdracht 14

Stel je vragen als je die hebt!

Slide 14 - Tekstslide