Oefentoets klas 1 h 3 en 4
1 / 12
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In Israël spreekt men tegenwoordig.
A
Ivriet
B
Arabisch
C
Grieks
D
Engels
Slide 2 - Quizvraag
Het geschreven Hebreeuws heeft bijzondere kenmerken. Welke is niet juist
A
Je schrijft het van links naar rechts
B
Er worden geen klinkers geschreven
C
Er is geen verschil tussen hoofdletters en kleine letters
D
Speciale tekentjes geven de klinkers aan.
Slide 3 - Quizvraag
De boeken van het Oude Testament zijn oorspronkelijk geschreven in het
A
Grieks
B
Arabisch
C
Hebreeuws
D
Latijns
Slide 4 - Quizvraag
De naam Bijbel is afkomstig van
A
Babylonie
B
Bethlehem
C
Byblos
D
Bagdad
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt het boek Apocalyps ook genoemd en waarom?
A
Brieven, omdat de teksten als rondzendbrieven zijn geschreven
B
Evangelie, omdat erin het verhaal van Jezus wordt verteld
C
Goed nieuws, omdat Jezus mensen blij maakte
D
Openbaring, omdat het onthult wat nog verborgen is
Slide 6 - Quizvraag
Abraham is de stamvader van:
A
Joden, Boeddhisten en Hindoes
B
Joden, Christenen en Hindoes
C
Joden, Christenen en Islamieten
D
Joden, Hindoes en Islamieten
Slide 7 - Quizvraag
In de boeken Prediker en Spreuken zijn:
A
de wetten over hoe je moet offeren te vinden.
B
de verhalen over de schepping te vinden.
C
de psalmen en liederen te vinden.
D
praktische raadgevingen en wijsheden te vinden.
Slide 8 - Quizvraag
Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen:
A
Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes.
B
Matteus, Marcus, Jona en Micha
C
Lucas, Johannes, Marcus en Samuel.
D
Marcus, Samuel, Jona en Johannes.
Slide 9 - Quizvraag
Noem een nadeel van mondelinge overlevering?
Slide 10 - Open vraag
Waarom is het nieuwe testament in het Grieks geschreven?
Slide 11 - Open vraag
Geef aan waarom het zo moeilijk is om de oude Hebreeuwse tekst te ontcijferen
