2TH1 - 3.3 lezen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom 2TH1! 3.3 lezen les 2

Je komt rustig binnen

Je gaat zitten op je eigen plek

Je trekt je jas uit/petten af

Je doet je oortjes uit

Je telefoon is niet zichtbaar

Je pakt je laptop voor je

Als de timer op 0 staat, ben je ingelogd in de lessonup: code staat rechts op het whiteboard. 

Planning

• herhalen betoog / standpunt / argument
• tekstdoel / tekstsoort / tekstvorm
• tweedeling / driedeling
• tekstverbanden
• verwijswoorden
• maken opdrachten ( 8 t/m 16)
• Afsluiting

Lesdoelen H3.3

* Je weet wat een betogende tekst is.

* Je weet hoe een betoog is opgebouwd.

* Je weet wat argumenten zijn.

* Je kunt een standpunt en argumenten herkennen.

* Je weet wat een feit of een mening is.

* Je kent het tekstverband oorzaak/gevolg.

* Je weet wat verwijswoorden zijn. Je kunt in een tekst aangeven waar gebruikte verwijswoorden naar verwijzen.

Herhalen

• Betoog
• Standpunt / mening
• Argumenten

Een betoog is...

Een standpunt/mening is...

Een argument is ...

Herhaling

Betoog = Een overtuigende tekst

Standpunt/mening - hetgeen wat je vindt

Argument - reden waarom je dit vindt

Opbouw van een betoog

Inleiding: aandacht trekken, standpunt noemen 

Kern: argumenten + voorbeelden

Slot: standpunt herhalen, pakkende slotzin 

Tweedeling / Driedeling

Tweedeling - inleiding / kern

Driedeling - inleiding / kern / slot

Hoe weet je dat een tekst geen slot heeft?

Bij welke tekst komt dit vaak voor?

Verwijswoorden

Paula heeft een nieuwe broek, zij heeft die samen met haar moeder gekocht. 

Paula heeft een nieuwe broek, zij heeft die samen met haar moeder gekocht.
Waarnaar verwijst 'zij'?

Paula heeft een nieuwe broek, zij heeft die samen met haar moeder gekocht.
Welk verwijswoord verwijst naar de nieuwe broek?

Opdrachten 3.3

Opdracht 5 t/m 11

We beginnen gezamenlijk aan opdracht 5.

Sluit lessonup niet af!

Ik vond de opdrachten makkelijk.

Ik vond de opdrachten prima te doen

Ik vond de opdrachten moeilijk

Hier heb ik nog een vraag over:

Het was gisteren glad op de weg, waardoor er lange files ontstonden.
Wat is de oorzaak, wat het gevolg?

Opruimtijd!