3.4 Water: te veel of te weinig

1 / 22
volgende
Slide 1: Link
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Slide 2 - Link

Kan het water op aarde opraken?
A
Ja absoluut, als het warm is verdampt er veel water
B
Nee, het is een kringloop dat door blijft gaan.

Slide 3 - Quizvraag

Eerst even wat herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Geef een beschrijving van hoe een klimaatgrafiek eruit zal zien die hoort bij een land op het zuidelijk halfrond

Slide 5 - Open vraag

Op welke plek op aarde komen geen seizoenen voor?
A
Rond de evenaar
B
Rond de Noord-/Zuidpool
C
Rond de gematigde breedte

Slide 6 - Quizvraag

Welk seizoen is
het volgens deze
afbeelding op het
noordelijk halfrond?
A
Herfst
B
Zomer
C
Winter
D
Lente

Slide 7 - Quizvraag

3.4 Water: te veel of te weinig
Leerdoelen:
Je weet dat water in verschillende vormen voor kan komen en dat het in een kringloop rondgaat.
Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.
Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke horen bij elkaar? Rood stelt dichtheid van de moleculen voor. 

Slide 9 - Tekstslide

Kringloop water
- Water verandert steeds van plaats
- Waterkringloop bestaat uit een korte en een lange kringloop
- Motor achter deze processen is de zon!
- Niet overal evenveel neerslag, oneerlijke verdeling

Slide 10 - Tekstslide

Als we weer even terugdenken aan de verschillende klimaten die voorkomen op aarde. In welk klimaat zal dan heel veel regen vallen t.o.v. andere klimaten?
A
Toendraklimaat
B
Poolklimaat
C
Tropisch regenwoudklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 11 - Quizvraag

Wat zien we gebeuren bij de rechter en linker pan?

Slide 12 - Tekstslide

Vertaling naar de korte kringloop

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop

Slide 15 - Open vraag

Ontstaan van neerslag 3 manieren 
- Wolken ontelbare zwevende druppeltjes 
- Druppeltjes klonteren samen --> zwaar --> regen 
- Regen ontstaat wanneer wolken moeten stijgen 

- Noteer de volgende 3 manieren in je schrift! --> aantekening

Slide 16 - Tekstslide

Stijgingsregen 
Bijvoorbeeld tropisch regenwoud

Slide 17 - Tekstslide

Stuwingsregen 

Slide 18 - Tekstslide

Frontale neerslag 
- Botsing koude lucht poolgebieden met warme lucht lage breedte 
- Warme lucht gedwongen te stijgen 

Slide 19 - Tekstslide

Welke van drie situaties waarop neerslag kan onstaan zal bij ons in Nederland voorkomen?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk 
- Lezen paragraaf 3.4 in stilte 
- Maken opdrachten: 1,2,3,4,5,6
- Huiswerk volgende les: 1,2,3,4,5,6

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen check 
- In welke vormen kan water in de waterkringloop voorkomen?
- Geef een voorbeeld van een plek waar stuwingsregen kan voorkomen.
- Hoe ziet de korte waterkringloop eruit?

Slide 22 - Tekstslide