Herhaling tekstverband & hoofd- en bijzaken

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Hang je jas op aan de kapstok. 
Ga rustig zitten en leg je spullen klaar:

- je leesboek
- pen
- laptop



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Hang je jas op aan de kapstok. 
Ga rustig zitten en leg je spullen klaar:

- je leesboek
- pen
- laptop



Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
lezen 10 minuten
Herhaling §4 en § 5 van lezen plus quiz
Leerdoelen: je herkent tekstverbanden en hoofd- en bijzaken in een tekst
Online opdrachten maken van § 7 van taal 
Vragen/ Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s (= tekstverband)

Slide 4 - Tekstslide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 5 - Tekstslide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 6 - Tekstslide


Voorbeeld
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 7 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken vind je in:
- Inleiding of slot (hele tekst);
- Eerste of laatste zin (alinea).

Dat is dan de belangrijkste zin (kernzin) van de alinea. In de zinnen ervoor of erna staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld van iets uit de belangrijkste zin. 

Er zijn woorden waaraan je kunt zien dat er een voorbeeld of een uitleg volgt: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals of onder andere (signaalwoorden). 

Slide 8 - Tekstslide

start je laptop
open je internet en ga naar Lessonup.app
voer daar de code in van deze les

Slide 9 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst

Slide 10 - Quizvraag

Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een kernzin bevat ....
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
hoofd- en bijzaken

Slide 12 - Quizvraag

Lees de volgende uitspraken over hoofd- en bijzaken.

1. Hoofdzaken staan meestal alleen in het begin van een tekst.
2. Als je een signaalwoord ziet, weet je dat er een bijzaak volgt.

Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 13 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

In Nederland mag acht uur per jaar, van 31 december 18:00 uur tot 1 januari 02:00 uur, vuurwerk afgestoken worden.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 14 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of een bijzaak?

Het komt bijvoorbeeld tot uiting op Koningsdag, een nationale feestdag die eind negentiende eeuw voor het eerst gevierd wordt.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 15 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Er zijn mensen die zeggen dat dat nou eenmaal het risico is van vuurwerk en dat je daar zelf voor zou moeten mogen kiezen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 16 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of een bijzaak?

De afgelopen jaren wordt het Oranjegevoel vooral gewekt in de Nederlandse sport.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 17 - Quizvraag

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Het gaat dan niet meer om 'schattige' sterretjes of 'nare' rotjes, maar om heuse vuurwerkbommen met letterlijk de kracht van een granaat
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 18 - Quizvraag

hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.
Minder belangrijke informatie.

Slide 19 - Sleepvraag

Aan de slag 
Werk online aan de vragen van § 7:
Nederlandse gebarentaal
Klaar? 
Ga verder met de opdrachten van § 5 van lezen
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide