In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
oefentoets h8
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen geluidsbron?
A
een motor
B
stembanden
C
gitaar
D
gehoorschelp
Slide 2 - Quizvraag
Waarom kun je in de ruimte geen geluid horen?
A
er is een zwaartekracht
B
er is daar geen tussenstof
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de geluidssnelheid in lucht ongeveer
A
340 kilometer/uur
B
340 meter/seconde
Slide 4 - Quizvraag
voor geluid zijn altijd trillingen nodig
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
de gehoorbeentjes geven geluidstrillingen door
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Waarvan hangt de toonhoogte van een gitaarsnaar onder andere vanaf?
Slide 7 - Open vraag
Een stemvork heeft een frequentie van 400 Hz. Wat weet je nu zeker over de toon van deze stemvork? (2 antwoorden goed)
A
de geluidssterkte
B
aantal trillingen per seconde
C
de hoogte van de toon
D
hoelang de toon blijft klinken
Slide 8 - Quizvraag
De stemvork had een frequentie van 400 Hz. Hoe vaak trilt het been van de stemvork (per welke tijdseenheid, minuten of seconde)?
Slide 9 - Open vraag
Wat doet een oscilloscoop
A
trillingen zichtbaar maken op een scherm
B
geluidssterkte meten
Slide 10 - Quizvraag
Aan geluidsgolven kun je zien hoe hard de geluidssterkte is. Een zachte toon heeft:
A
een grotere amplitude dan heen harde toon
B
een kleinere amplitude dan een harde toon
C
trilt vaker per seconde dan een harde toon
D
trilt minder vaak per seconde dan een zachte toon
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de eenheid van geluidssterkte
A
dB
B
Hz
Slide 12 - Quizvraag
Soms wordt geluidssterkte aangegeven met dB(A). Waarom staat de A er
A
dan wordt er rekening gehouden met de geluidsdrempel
B
er wordt rekening gehouden met het menselijk gehoor
Slide 13 - Quizvraag
Boven de geluidsdrempel:
A
horen we geen geluid
B
begin je geluid net te horen
C
Is het geluid schadelijk voor het gehoor
Slide 14 - Quizvraag
Er zijn vele situaties waarin we geluidsoverlast kunnen hebben. Het verkeer is er daar een van. Er zijn verschillende soorten maatregelen. Ik ga het geluidshinder tegen door het geluidsarm asfalt te plaatsen. Dit is een vorm van een maatregel bij de
A
bron
B
tussenstof
C
ontvanger
Slide 15 - Quizvraag
Er zijn vele situaties waarin we geluidsoverlast kunnen hebben. Het verkeer is er daar een van. Ik ga het geluidshinder tegen door een geluidswal te plaatsen. . dit is een maatregel bij de
A
bron
B
tussenstof
C
ontvanger
Slide 16 - Quizvraag
Er zijn vele situaties waarin we geluidsoverlast kunnen hebben. Het verkeer is er daar een van. Ik ga het geluidshinder tegen door extra geluidsisolatie aan te brengen in huis. Op die manier hoor ik thuis het lawaai niet meer zo goed. Dit is een maatregel bij de
A
bron
B
tussenstof
C
ontvanger
Slide 17 - Quizvraag
Mijn stemband heeft in een kwart minuut 500 keer getrilt. Bereken de frequentie van deze trilling? Schrijf de berekening op.
Slide 18 - Open vraag
Harde toon (groot volume)
Zachte, hoge toon
redelijk achte, lagere toon
Erg lage en zachte toon
Slide 19 - Sleepvraag
Afbeelding hiernaast duur 0,01 s Wat is de Frequentie?
A
7 hz
B
7,5 hz
C
70 hz
D
750 hz
Slide 20 - Quizvraag
Schepen gebruiken sonar om de diepte van de zee te kunnen bepalen. Ze zenden een geluid uit wat uiteindelijk weer terugkaatst naar de boot. Wat is de tussenstof van geluid in dit geval?
Slide 21 - Open vraag
Kan een viool of een harp een lagere toon maken?
Slide 22 - Open vraag
We zien hier een audiogram van Henk. Vanaf welke frequentie heeft Henk moeite om de tonen te horen?
A
vanaf 4000 hz
B
vanaf 2000 hz
C
vanaf 1000 hz
Slide 23 - Quizvraag
Wanneer je in een vliegtuig zit die gaat stijgen, wordt de luchtdruk buiten steeds kleiner. Welke kant beweegt het trommelvlies tijdens het stijgen?