60. TAAL ACTIE Blok 8 week 1 Les 1a omgeving en milieu


1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag

LESDOEL
Ik leer twaalf woorden die met omgeving en milieu te maken hebben.

Slide 2 - Tekstslide

de bemesting (twee bemestingen)
mest op het land strooien zodat planten beter gaan groeien.






Er moest wat bemesting bij de planten zodat ze beter gaan groeien.

Slide 3 - Tekstslide

het bestrijdingsmiddel (twee bestrijdingsmiddelen)
een middel dat ervoor zorgt dat insecten of onkruid doodgaan.








De boer gebruikt een bestrijdingsmiddel zodat de luizen zijn planten niet opeten.

Slide 4 - Tekstslide

bio-industrie (de bio-industrieën)
het houden van veel dieren op een kleine oppervlakte.








De bio-industrie is niet fijn voor dieren. Ze hebben nauwelijks ruimte om zich te bewegen.

Slide 5 - Tekstslide

de biologische landbouw
het verbouwen van gewassen op een natuurlijke manier.









In de biologische landbouw worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

chemisch
kunstmatig










Als iets chemisch is dan wordt het door mensen gemaakt in fabrieken.
Het is niet iets dat in de natuur voorkomt.

Slide 7 - Tekstslide

de landbouwer (twee landbouwers)
een boer die leeft van het verbouwen van gewassen.











Mijn oom is een landbouwer en hij teelt bloemkolen.

Slide 8 - Tekstslide

natuurlijk
alles wat uit de natuur komt en niet door mensen is gemaakt.













Mijn zus eet alleen maar natuurlijke voeding. Dus geen kant-en-klare producten.

Slide 9 - Tekstslide

het natuurproduct (twee natuurproducten)
 iets dat uit de natuur komt.














Hout is een echt natuurproduct net zoals aardbeien en graan.

Slide 10 - Tekstslide

 de overproductie (twee overproducties)
als er meer goederen worden gemaakt dan dat er gebruikt worden.















Door de overproductie van groenten en fruit moeten wij vaak eten weggooien.

Slide 11 - Tekstslide

 de pesticide (twee pesticiden)
een stof die voorkomt dat planten ziek worden.


















Om te voorkomen dat er luizen op de planten komen gebruik ik een pesticide.

Slide 12 - Tekstslide

 verdelgen (verdelgde, heeft verdelgd)
onkruid helemaal vernietigen.


















Je kunt het mos tussen de tegels met de hand verwijderen of verdelgen met een bestrijdingsmiddel.

Slide 13 - Tekstslide

 vergiftigen (vergiftigde, heeft vergiftigd)
iets met vergif bestrijden.



















De tovenaar heeft  Sneeuwwitje vergiftigd, met een appel waar vergif in zat.

Slide 14 - Tekstslide

TAAL
THEMA 8
WEEK 1
LES 1A

opgave 1d

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link