In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Programma
Opening/planning
Herhalen stof + bespreken vragen/huiswerk
Nieuwe stof
Opdracht/werkvorm
Klassikale afsluiting
Huiswerk volgende les
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Lezen: 9.1
Maken: Opdrachten van 9.1 (1 tm 27) + nakijken
( zie studiewijzer)
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling vorige les
9.1 -> Leefstijl, genotmiddelen, drugs, alcohol, roken en blowen
9.2 -> Processen in je lichaam constant houden, glucoseregeling, lever, nieren.
Zijn er vragen over deze onderwerpen?
Slide 3 - Tekstslide
9.1. Heeft alcohol een verdovende, stimulerende of bewustzijnveranderende werking op je hersenen?
A
Verdovende
B
stimulerende
C
bewustzijnveranderende
D
alle drie
Slide 4 - Quizvraag
9.1 Hoe heet de verslavende stof in een sigaret?
Slide 5 - Open vraag
9.2 Welk hormoon maakt de alvleesklier, waardoor glucose kan worden opgeslagen in lever en spieren én zorgt dat cellen glucose opnemen vanuit je bloed?
Slide 6 - Open vraag
Na een lange dag school is je broodtrommel leeg en wil je op de fiets naar huis, wat gebeurd er in je lichaam?
A
Je alvleesklier maakt insuline aan, zodat glucose vrijkomt
B
Je alvleesklier maakt glucagon, zodat glycogeen wordt omgezet in glucose
C
Je lever maakt glycogeen, zodat er weer suiker in je bloed zit
D
Je loopt naar je fiets en stort in
Slide 7 - Quizvraag
Doelen van de les
1. je kent de functies van de huid
2. je kan uitleggen hoe je op temperatuur blijft
3. je kan uitleggen hoe een wondje geneest
4. je kan uitleggen hoe je huid je tegen de zon beschermt en hoe kanker kan ontstaan.
Slide 8 - Tekstslide
De huid..
De huid is het grootste orgaan van ons lichaam.
Bij een volwassene heeft het een oppervlakte van bijna 2m2 en weegt het ongeveer 20 kilo.
De huid biedt bescherming tegen verschillende gevaren van buitenaf; bijvoorbeeld tegen vuil en ziekteverwekkers, maar ook tegen de zon . Op deze manier is de huid onderdeel van het afweersysteem. Ten derde houdt je huid je op temperatuur.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
De huid...
Slide 11 - Tekstslide
Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Slide 12 - Sleepvraag
Hoe heet de bovenste laag van de opperhuid?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag
Slide 13 - Quizvraag
In welke huidlaag zitten spieren, talgklieren zweetklieren, bloedvaten, zintuigen en haarzakjes met haren?
A
kiemlaag
B
hoornlaag
C
lederhuid
D
onderhuidsbindweefsel
Slide 14 - Quizvraag
Welke laag van de huid slijt steeds af en wordt aangevuld (door celdeling) van de kiemlaag?
Slide 15 - Open vraag
Wat zit er voornamelijk in het onderhuidse bindweefsel?
bloedvaatjes nauwer -> minder bloed = meer warmte vasthouden
zweetklieren meer zweet -> verdamping = verkoeling
rillen -> beweging van spieren = warmte (door verbranding)
Slide 18 - Tekstslide
Wat is de functie van zweet?
A
het lichaam opwarmen
B
het lichaam afkoelen
C
het lichaam nat houden
Slide 19 - Quizvraag
Als je wilt afkoelen worden de bloedvaatjes in de huid:
A
langer
B
wijder
C
korter
D
dunner
Slide 20 - Quizvraag
Wat gebeurt er wanneer de warmte- en koudezintuigen in je huid voelen dat je lichaam afkoelt / opwarmt?
Opwarmen
Afkoelen
Bloedvaten verwijden
Bloedvaten vernauwen
Je gaat rillen
Je gaat zweten
Slide 21 - Sleepvraag
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn belangrijk voor de bloedstolling.
Ze zijn stukjes van andere bloedcellen.
Als je een wond hebt zorgen ze ervoor dat je niet te veel bloed verliest.
Samen met het eiwit fribinogeen maken ze fibrinedraden.
Wanneer je te weinig bloedplaatjes hebt, genezen bloedingen niet meer voldoende en kunnen er spontaan (ernstige) bloedingen optreden.
Slide 22 - Tekstslide
Sommige soorten slangengif kunnen stolling van het bloed in de bloedvaten tot gevolg hebben. Welke bloeddeeltjes spelen de belangrijkste rol bij de bloedstolling?
A
De bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
Slide 23 - Quizvraag
Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Fibrinogeen
Slide 24 - Sleepvraag
Bescherming tegen de zon
Ultraviolette straling (UV) van de zon = schadelijk.
Cellen maken pigment
Pigment = kleine korreltjes bruine kleurstof
Door pigment dringt uv-straling minder diep in de huid
Slide 25 - Tekstslide
Wat beschermt je tegen uv-straling van de zon?
A
Talg
B
Pigment
C
Zweet
D
Lederhuid
Slide 26 - Quizvraag
Wat kan UV straling veroorzaken op de huid van mensen?
A
huidkanker
B
blaasjes
C
bruine huid
Slide 27 - Quizvraag
Bescherming tegen zonlicht
Ultraviolette straling ==> kan de cellen in de kiemlaag beschadigen
==> als de cellen te vaak beschadigen kan dit leiden tot huidkanker.
Slide 28 - Tekstslide
Ontstaan van kanker
1. Huidcel wordt kankercel, kan door zon, gifstoffen of 'ouderdom' van cel.
2. Kankercel deelt zich ongeremd- tot een tumor
3. Als gezwem door wand van bloedvat groeit, kunnen tumorcellen afbreken. Die losse stukjes stromen met bloed/lymfe mee en op andere plekern nieuwe gezweellen laten ontstaan.
Slide 29 - Tekstslide
Mutagene invloeden vergroten de kans op mutaties (plotselinge verandering in de cel) Welke mutagene invloed vergroot de kans op huidkanker?
A
Roken
B
Asbest
C
Zonnebaden
Slide 30 - Quizvraag
wat heb je geleerd deze les? Wat vond je het meest interessant?