Lezen - globale theorie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Leesvaardigheid

Planning van de les

- toets werkwoordspelling

- theorie leesvaardigheid bespreken

- oefenen met leesteksten en de theorie

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je 

wat onderwerp  en hoofdgedachte is
en hoe je deze vinden kunt.

Ook ken je aan het einde van de les verschillende tekstdoelen.

Teruggave toet wwspelling

ONDERWERP - van de tekst

> Waarover gaat de tekst?

Hoe kun je, zonder de tekst te lezen, erachter komen waar de tekst over gaat?

ONDERWERP - van de tekst

- Geeft in één woord of een aantal woorden aan waar de tekst over gaat.
- Het onderwerp is nooit een hele zin.

- Je kunt het vaak al uit de titel halen (of er vanaf leiden).

- Onderwerp wordt vaak letterlijk herhaald in de tekst.

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

HOOFDGEDACHTE

Eén zin die samenvat wat de tekst over het onderwerp zegt.

De kortste samenvatting van de tekst dus.

Soms staat de hoofdgedachte letterlijk in de tekst.

Soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren.

Antwoord op vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp?

DEELONDERWERPEN

Verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen.

Voorbeelden:

Openbaar vervoer (onderwerp)
Soorten vervoer, ov-chipkaart, prijzen, routes (deelonderwerpen)

Noem een voorbeeld van een onderwerp en twee deelonderwerpen

De opbouw van een tekst bestaat uit (meerdere antwoorden)

1. Inleiding
2. Hoofdgedachte
3. Kern
4. Slot

OPBOUW - van de tekst

Zakelijke tekst bestaat uit drie delen:

Inleiding      (intro onderwerp/aandacht trekken)

Kern               (deelonderwerpen)

Slot                 (samenvatting/conclusie)

Nieuwe alinea is vaak een nieuw deelonderwerp.

Welke verschillende tekstdoelen ken je?

Heeft een tekstdoel invloed op de manier van schrijven?

1. Ja
2. Nee

Stel: op een toets krijg je een tekst over het onderwerp 'zwembaden'. 
Op de volgende pagina komen vijf mogelijke hoofdgedachtes. 

Welke drie zijn sowieso fout?

Onderwerp: zwembaden

a) Ooit een zwembad bezocht? En, hoe beviel dat?

b) Je hebt ze in soorten en maten, van heel groot tot piepklein.

c) Voor steeds meer zwembaden dreigt een sluiting.

d) Zwembaden moeten nieuwe activiteiten aanbieden nu       
     schoolzwemmen verdwijnt.

e) Reclame voor zwembaden als de Peppel, de Brake en de
     Veluwehal 

Goede hoofdgedachtes zijn:

a) Ooit een zwembad bezocht? En, hoe beviel dat?

b) Je hebt ze in soorten en maten, van heel groot tot piepklein.

c) Voor steeds meer zwembaden dreigt een sluiting.

d) Zwembaden moeten nieuwe activiteiten aanbieden nu

     schoolzwemmen verdwijnt.

e) Reclame voor zwembaden als de Peppel, de Brake en de

     Veluwehal 

Luister naar het volgende nieuwsbericht...

Wat is het onderwerp van deze tekst?

1. Beard Cap
2. Gezichtsbeharing
3. Sportprestaties
4. Virgin Trains

Wat is van toepassing?

1. Ik begrijp het, ik kan aan de slag
2. Ik heb een vraag, dan kan ik verder
3. Ik zou nog wel wat extra uitleg willen

Maak het stencil

- 15 minuten de tijd

- De eerste 5 minuten werk je
zelfstandig en in stilte

- Klaar? 

Vergelijk je antwoorden met degene naast je.

Maak online leesopdrachten via nunederlands.online.noordhoff.ml

Welke tekst vond je moeilijk?

1. Vissterfte
2. The Damned
3. Nerds

Bespreken van de tekst

Geef feedback op de les, docent en opdracht.

Afsluiting van de les

Enquête via: www.bsot.nl

inlog: A411S
code:  SOO-146