ALS

1 / 11
volgende
Slide 1: Link
zorggerelateerde vakken Beroepsopleiding

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

03:57
Welke verschijnselen
zien jullie bij Weert-Jan?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose
Huisarts
Patiënten komen meestal eerst bij de huisarts met vage klachten, zoals onhandigheid, het minder goed articuleren of moeite krijgen met lopen. Ook kunnen patiënten merken dat ze vaker struikelen, zich verslikken of meer moeite krijgen met het dichtmaken van knoopjes.
Neuroloog
Als de huisarts merkt dat hij de oorzaak van de klachten niet kan achterhalen, zal hij de patiënt doorverwijzen naar een neuroloog. De neuroloog heeft aanvullende onderzoeken nodig, zoals een MRI, slikvideo, bloedonderzoek, enz. om te zoeken naar de oorzaak van de klachten. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het medisch vraaggesprek
De neuroloog  probeert een overzicht te krijgen van de medische geschiedenis van de patiënt met daarbij speciale aandacht voor de huidige klachten. Hij vraagt de patiënt wanneer en waar de klachten zijn ontstaan en hoe deze zich in de tijd hebben ontwikkeld. 
Het neurologisch onderzoek
Tijdens het neurologisch onderzoek onderzoekt de neuroloog de mentale toestand, de functie van de hersenzenuwen, de kracht, coördinatie, reflexen, zintuigen en het gevoel. Bij ALS zijn spierzwakte, trillingen onder de huid, het dunner worden van de spieren en verhoogde reflexen de belangrijkste verschijnselen. Het lichaam wordt onderverdeeld in vier regio’s: hoofd/hals, armen, buik/rug en benen. In al deze regio’s wordt gekeken of één of meerdere van deze verschijnselen voorkomen.
Laboratorium onderzoek
Er wordt bloed afgenomen om andere ziekten te kunnen uitsluiten. Bloedtesten kunnen infecties van de hersenen en/of het ruggenmerg, hart- en vaatziekten, bloedingen, aangetaste bloedvaten, giftige stoffen die het zenuwstelsel aantasten en antilichamen die wijzen op een auto-immuunziekte detecteren. Door te testen op de aanwezigheid van chemische en metabole stoffen in het bloed kan worden ingeschat of de patiënt lijdt aan een bepaalde eiwitaandoening, een bepaalde vorm van spierdystrofie of een andere spieraandoening.

Slide 5 - Tekstslide

Het stellen van de juiste diagnose is vaak een traject van maanden. Die tijd is vaak nodig omdat het verloop van de klachten en het uitsluiten van alle andere oorzaken belangrijk is voor het stellen van de diagnose.

Slide 6 - Video

Neuropsychologische screening
Bij een deel van de patiënten met ALS, PSMA en PLS komen veranderingen in denken en gedrag voor. Daarom wordt er ook een kort neuropsychologische screening afgenomen. Hierbij wordt er gekeken naar veranderingen in denken, stemming en gedrag. Het onderzoek bestaat uit een aantal testjes.

Beeldvormend onderzoek
Voor het stellen van de diagnose kan een MRI nodig zijn. Een Magnetic Resonance Imaging (MRI) is de meest gebruikte beeldvormende test voor het onderzoeken van de hersenen en het ruggenmerg. Met een MRI worden radiogolven en een magnetisch veld gebruikt om een gedetailleerd beeld te geven van organen en weefsels in het lichaam. Een MRI is een niet belastende methode waarmee de arts een goed beeld krijgt van de organen, weefsel en botten. Met behulp van een MRI kan de neuroloog zo nodig andere oorzaken van de klachten uitsluiten zoals bijvoorbeeld een beroerte of een tumor. Als een MRI noodzakelijk is kan dit vaak niet op de onderzoeksdag plaatsvinden.

Spierbiopt
Bij een kleine minderheid van de patiënten met verdenking op ALS wordt een spierbiopt genomen. Er wordt een klein stukje van de spier weggenomen om deze onder de microscoop te kunnen bekijken op afwijkingen die voorkomen bij verschillende andere spierziekten.

Longfunctiemeting
Er wordt een longfunctiemeting uitgevoerd (FVC), om te kijken of de kracht van de ademhalingsspieren voldoende is. Deze uitslag wordt verwerkt in de verwijzing naar het regionale ALS-behandelteam bij een revalidatiecentrum of ziekenhuis bij u in de buurt.

Behandeling 
Medicatie: Riluzol
Bestrijden van complicaties

Slide 7 - Tekstslide

Wat is Riluzol?
Riluzol (riluzole in het Engels) is een medicijn dat ervoor zorgt dat de spierkracht minder snel achteruit gaat. Patiënten die riluzol gebruiken hebben een iets langere levensverwachting dan patiënten die dit niet gebruiken. De gemiddelde levensverlenging is drie maanden.
Welke complicaties kunnen er optreden bij ALS

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorg geef je?
Vaardigheden?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies