ALS

ALS
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorggerelateerde vakken Beroepsopleiding

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ALS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS

Slide 2 - Woordweb

Amyotrofe laterale sclerose
Aandoening van het zenuwstelsel

Amyotrofische Laterale Sclerose komt uit het Grieks. 
A (betekent geen)
myo (verwijst naar spieren)
trofie (betekent voeding)
Spieren die geen of onvoldoende voeding ofwel zenuwimpulsen krijgen. Spieren die geen zenuwimpulsen ontvangen, ‘atrofiëren’; de spiermassa verdwijnt. 
Laterale duidt het gebied aan in het ruggenmerg waar de zenuwcellen zitten die prikkels doorgeven aan de spieren. Als de zenuwcellen in dit gebied afsterven, leidt dit tot littekenvorming of verharding: sclerose.
2

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:35
Bij ALS geven de hersenen geen signalen meer door aan het dwarsgestreept spierweefsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Juist, de hartspier, de uitwendige oogspieren en de bekkenbodemspieren blijven intact.
01:02
BIJ ALS kan spierspasme ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat
Er is iets mis met de zenuwbanen die de verbinding vormen tussen hersenen en spieren. De cellen van deze zenuwbanen vallen geleidelijk uit en geven geen signalen meer door aan de spieren met als gevolg dat deze niet meer (kunnen) functioneren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen zie je bij ALS

Slide 7 - Open vraag

Pijnlijke spierkrampen in de handen en armen en op ongebruikelijke plekken als de hals tong en mondbodem (vaak nachts )
Fasciculaties kleine, verspringende niet ritmische spiertrillingen onder de huid, beginnend in een arm of een been of in de spieren van de mond-keelholte
Kortademigheid als de eerste symptoom van spierzwakte en atrofie
Slikstoornissen problemen met spreken (dysartrie) en kauwen

De eerste symptomen zijn vaak nog niet zo duidelijk of ernstig. Patiënten komen doorgaans met vage klachten bij de huisarts, zoals onhandigheid, het minder goed articuleren of moeite krijgen met lopen. Ook kunnen patiënten merken dat ze vaker struikelen, zich verslikken of meer moeite krijgen met het dichtmaken van knoopjes. De meest voorkomende symptomen van ALS zijn:

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

verschijnselen
De meest voorkomende kenmerken van ALS zijn:
zwakker wordende spieren met uitval van armen of benen tot gevolg;
stijfheid, spierkramp en vermindering van kracht;
moeite met opstaan, lopen en draaibewegingen;

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

03:57
Welke verschijnselen
zien jullie bij Weert-Jan?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose
Huisarts
Patiënten komen meestal eerst bij de huisarts met vage klachten, zoals onhandigheid, het minder goed articuleren of moeite krijgen met lopen. Ook kunnen patiënten merken dat ze vaker struikelen, zich verslikken of meer moeite krijgen met het dichtmaken van knoopjes.
Neuroloog
Als de huisarts merkt dat hij de oorzaak van de klachten niet kan achterhalen, zal hij de patiënt doorverwijzen naar een neuroloog. De neuroloog heeft aanvullende onderzoeken nodig, zoals een MRI, slikvideo, bloedonderzoek, enz. om te zoeken naar de oorzaak van de klachten. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het medisch vraaggesprek
De neuroloog  probeert een overzicht te krijgen van de medische geschiedenis van de patiënt met daarbij speciale aandacht voor de huidige klachten. Hij vraagt de patiënt wanneer en waar de klachten zijn ontstaan en hoe deze zich in de tijd hebben ontwikkeld. 
Het neurologisch onderzoek
Tijdens het neurologisch onderzoek onderzoekt de neuroloog de mentale toestand, de functie van de hersenzenuwen, de kracht, coördinatie, reflexen, zintuigen en het gevoel. Bij ALS zijn spierzwakte, trillingen onder de huid, het dunner worden van de spieren en verhoogde reflexen de belangrijkste verschijnselen. Het lichaam wordt onderverdeeld in vier regio’s: hoofd/hals, armen, buik/rug en benen. In al deze regio’s wordt gekeken of één of meerdere van deze verschijnselen voorkomen.
Laboratorium onderzoek
Er wordt bloed afgenomen om andere ziekten te kunnen uitsluiten. Bloedtesten kunnen infecties van de hersenen en/of het ruggenmerg, hart- en vaatziekten, bloedingen, aangetaste bloedvaten, giftige stoffen die het zenuwstelsel aantasten en antilichamen die wijzen op een auto-immuunziekte detecteren. Door te testen op de aanwezigheid van chemische en metabole stoffen in het bloed kan worden ingeschat of de patiënt lijdt aan een bepaalde eiwitaandoening, een bepaalde vorm van spierdystrofie of een andere spieraandoening.

Slide 13 - Tekstslide

Het stellen van de juiste diagnose is vaak een traject van maanden. Die tijd is vaak nodig omdat het verloop van de klachten en het uitsluiten van alle andere oorzaken belangrijk is voor het stellen van de diagnose.

Slide 14 - Video

Neuropsychologische screening
Bij een deel van de patiënten met ALS, PSMA en PLS komen veranderingen in denken en gedrag voor. Daarom wordt er ook een kort neuropsychologische screening afgenomen. Hierbij wordt er gekeken naar veranderingen in denken, stemming en gedrag. Het onderzoek bestaat uit een aantal testjes.

Beeldvormend onderzoek
Voor het stellen van de diagnose kan een MRI nodig zijn. Een Magnetic Resonance Imaging (MRI) is de meest gebruikte beeldvormende test voor het onderzoeken van de hersenen en het ruggenmerg. Met een MRI worden radiogolven en een magnetisch veld gebruikt om een gedetailleerd beeld te geven van organen en weefsels in het lichaam. Een MRI is een niet belastende methode waarmee de arts een goed beeld krijgt van de organen, weefsel en botten. Met behulp van een MRI kan de neuroloog zo nodig andere oorzaken van de klachten uitsluiten zoals bijvoorbeeld een beroerte of een tumor. Als een MRI noodzakelijk is kan dit vaak niet op de onderzoeksdag plaatsvinden.

Spierbiopt
Bij een kleine minderheid van de patiënten met verdenking op ALS wordt een spierbiopt genomen. Er wordt een klein stukje van de spier weggenomen om deze onder de microscoop te kunnen bekijken op afwijkingen die voorkomen bij verschillende andere spierziekten.

Longfunctiemeting
Er wordt een longfunctiemeting uitgevoerd (FVC), om te kijken of de kracht van de ademhalingsspieren voldoende is. Deze uitslag wordt verwerkt in de verwijzing naar het regionale ALS-behandelteam bij een revalidatiecentrum of ziekenhuis bij u in de buurt.

Behandeling 
Medicatie: Riluzol
Bestrijden van complicaties

Slide 15 - Tekstslide

Wat is Riluzol?
Riluzol (riluzole in het Engels) is een medicijn dat ervoor zorgt dat de spierkracht minder snel achteruit gaat. Patiënten die riluzol gebruiken hebben een iets langere levensverwachting dan patiënten die dit niet gebruiken. De gemiddelde levensverlenging is drie maanden.
Welke complicaties kunnen er optreden bij ALS

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorg geef je?
Vaardigheden?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies