kommagetallen

kommagetallen
Wat is een komma?
Waarbij gebruik je kommagetallen?

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

kommagetallen
Wat is een komma?
Waarbij gebruik je kommagetallen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een komma?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

komma's gebruik je bij: 
* Maten [kilometer, meter, centimeter] 
* Temperatuur 
* Inhoud
* Cijfers
* Gewicht 
* Prijs 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen 
Het getal achter de komma noem je decimale getallen. 
1,0     1,3      1,6
1,1      1,4      1,7
1,2      1,5      1,8

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je decimale getallen?
Stel je voor: 
Google Maps rekent alleen hele kilometers.
Jij moet 1, 9 km lopen (1900 stappen) en google maps zou alleen kilometers gebruiken. 

Wat zou er dan gebeuren?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik je rekenmachine voor de volgende som 10,203 x 3,2 =

Slide 6 - Open vraag

32,6496
Wat gebeurt er? Hoe lees je zoveel cijfers? Wat betekent dit? 
Stel dat dit kilometers zijn, hoeveel kilometer is het dan?
Afspraken!
Daarom is er een afspraak dat je cijfers mag afronden.
Zo begrijpt iedereen beter wat het cijfer betekent. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0,1111111 Afronden op decimale 
Afronden op 1 decimaal getal = 0,1  111111
Afronden op 2 decimale getallen =0,11  11111
afronden op 3 decimale getallen = 0,111 1111

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen afronden
0 1 2 3 4                        5 6 7 8 9

0 1 2 3 4 = Naar beneden afronden (het getal blijft hetzelfde)
 5 6 7 8 9 = Naar boven afronden (het getal wordt hoger)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden naar 1 decimaal
Het getal 5,44 = 


Eerst: hoeveel cijfers staan er achter de komma bij 1 decimaal?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij één decimaal
5,4      |4

Het getal achter de | gaan we niet meer opschrijven maar we gaan er wel naar kijken!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0 1 2 3 4 = Naar beneden afronden (het getal blijft hetzelfde)
 5 6 7 8 9 = Naar boven afronden (het getal wordt hoger)

5,4     |     4

De rode 4
Dus de groene 4

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een voorbeeld:
5,66 

Hoeveel cijfers gaan we opschrijven achter de komma?
Hoe komt het eruit te zien?

0 1 2 3 4 = Naar beneden afronden (het getal blijft hetzelfde)
 5 6 7 8 9 = Naar boven afronden (het getal wordt hoger)








Afronden op 1 decimaal

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een paar oefenen!
1, 12
5, 78
6, 55
9, 45
3, 54
122, 876

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenblad maken
Groepje 1: je wil het alleen proberen 
Groepje 2: Je wilt het samen met mij doen

Groepje 1 blijft op de eigen plek 
Groepje 2 komt bij het bureau

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken
* Wat ging er goed? 
* Wat is er moeilijk aan afronden?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies