3 veranderingen in de puberteit

2.3 veranderingen in de puberteit
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 veranderingen in de puberteit

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is nummer 6?
A
Teelbal
B
Zaadbal
C
Bijbal
D
Balzak

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van nummer 6?
A
Zaadcellen produceren
B
zaadcellen opslaan
C
Zaadcellen vervoeren
D
vocht toevoegen aan de zaadcellen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je nummer 5 en wat is zijn functie?

Slide 5 - Open vraag

Waar zit de eikel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Waar zit het zwellichaam en wat doet het zwellichaam?

Slide 7 - Open vraag

De temperatuur in de balzak is ongeveer twee graden lager dan de lichaamstemperatuur. Deze lagere temperatuur is optimaal voor de ontwikkeling van zaadcellen.
Uit onderzoek is gebleken dat het dragen van strakke onderbroeken kan leiden tot verminderde vruchtbaarheid bij mannen. leg dit uit.

Slide 8 - Open vraag

Wat is nummer ?
A
baarmoeder
B
blaas
C
eierstok
D
eileider

Slide 9 - Quizvraag

Wat is nummer 3?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van nummer 3?
A
Eicellen rijpen
B
eicellen vervoeren
C
een eicel laten ontwikkelen tot embryo
D
Eicel opslaan

Slide 11 - Quizvraag

Waar worden de eicellen 'gerijpt'?

Slide 12 - Open vraag

Met welk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel is het orgaan met nummer 1 te vergelijken?

Slide 13 - Open vraag

leerdoel 
2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
2.3.2 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.
2.3.3 Je kunt de kenmerken en functie van een eicel noemen.
2.3.4 Je kunt de kenmerken en functie van een zaadcel noemen.

Slide 14 - Tekstslide

geslachtshormonen
- hormonen regelen de werking van organen. 
- geslachtshormonen regelen de werking van de voorplantingsorganen.
- geslachtshormonen zorgen voor de lichamelijke ontwikkeling
- teelballen: mannelijke geslachtshormonen (testosteron)
-eierstokken: vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen)

Slide 15 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
- Primaire geslachtkenmerken = geslachtskenmerken die voor de geboorte al aanwezig zijn, zoals een penis en schaamlippen.
- secundaire geslachtskenmerken = geslachtkenmerken die in de pubertijd ontstaan, zoals borsten en gezichtshaar. 
- Bij intersekse personen heeft het lichaam zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken, of er ontbreken kenmerken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Menstruatie
- Bij menstruatie wordt baarmoederslijmvlies afgebroken en komt met bloed door de vagina.
- menstruatie = ongesteld.
- duurt 3 tot dagen. 
- buikkrampen ontstaan door samentrekken van de spierlaag. 

Slide 19 - Tekstslide

Menstruatie 
- na menstruatie baarmoederslijmvlies opgebouwd.
- Na ongeveer 14 dagen (ovulatie) is het slijmvlies dik. 
- Zonder bevruchting breekt het slijmvlies af. 


Slide 20 - Tekstslide

Menstruatiecyclus 
1. menstruele fase (winter): duurt 3 tot 7 dagen, baarmoederslijmvlies wordt afgebroken (laag in energie).
2. folliculaire fase (lente): duurt 7 tot 10 dagen, de eicel rijpt (wordt energieker)
3. ovulaire fase (zomer): duurt 3 tot 4 dagen, ovulatie - eisprong (hoog in energie)
4. luteale fase (herfst): duurt 10 tot 14 dagen, hormoonschommeling en lichaam bereid zich voor op innesteling (energielevel gaat dalen). 


Slide 21 - Tekstslide

menstruatiecyclus 
- gemiddeld duurt de menstruatiecyclus 28 dagen. 
- verschilt per persoon. 
- meestal onregelmatig, dan is het onvoorspelbaar wanneer je ovuleerd of ongesteld wordt. 

Slide 22 - Tekstslide

eicellen 
- eicel één van de grootste cellen van het menselijk lichaam.
- veel voedingsstoffen, zijn nodig voor de reis naar de baarmoeder,
- eicel kan zichzelf niet voortbewegen. 
- haartjes van de eileider verplaatsen de eicel 

Slide 23 - Tekstslide

zaadcellen
- zijn heel klein.
- kop en staart.
- kop is belangrijk voor bevruchting. 
- beweegt met zweepstaart.
- geen voedingsstoffen.
- haalt voedingsstoffen uit vocht van prostaat en zaadblaasjes. 

Slide 24 - Tekstslide

Maken
vanaf blz. ...

Slide 25 - Tekstslide