1 okt - H1 - Lezen - leerdoel 2. Onbekende woorden

H1 - Begrijpend lezen - onbekende woorden / woordraadstrategieën
1. Leerdoelen op bord
2. Onbekende woorden - huiswerk bespreken
3.  Onbekende woorden - zelfstandig werken of meer uitleg.
4. Check leerdoelen onbekende woorden - tot zover
5. Onbekende woorden - opdrachtje
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H1 - Begrijpend lezen - onbekende woorden / woordraadstrategieën
1. Leerdoelen op bord
2. Onbekende woorden - huiswerk bespreken
3.  Onbekende woorden - zelfstandig werken of meer uitleg.
4. Check leerdoelen onbekende woorden - tot zover
5. Onbekende woorden - opdrachtje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesvaardigheid - leerdoelen
1. Ik kan leesstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit teksten te halen.
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
3. Ik kan de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
4. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen en formuleren.
5. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen en formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2 - onbekende woorden 
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
a. Ik kan in de context een synoniem vinden.
b. Ik kan in de context een omschrijving vinden.
c. Ik kan in de context een definitie vinden.
d. Ik kan in de context een voorbeeld vinden.
e. Ik kan in de context een tegenstelling vinden.
f. Ik kan een onbekend woord opdelen in woorddelen.
g. Ik kan een illustratie bij het onbekende woord gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Pak je boek en schrift erbij, met daarin opdracht 4.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbekende woorden
  • Synoniem (ander woord, zelfde betekenis)
  • Omschrijving (korte uitleg)
  • Definitie (vaste omschrijving)
  • Voorbeeld
  • Tegenstelling (betekent het tegenovergestelde)
  • Bekend woorddeel (ken je al een stukje van het woord?)
    - samenstelling (twee zelfstandige woorden)
    - afleiding (voor-/achtervoegsel)
  • Illustratie (staat er een plaatje bij?)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Pak de tekst 'Warmste zomer ooit gemeten' er weer bij. Heb je 'm niet meer? Je vindt 'm ook bij het huiswerk van a.s. les. 
  • Je gaat aan de slag met onbekende woorden in deze tekst.
  • Je krijgt daar een aantal vragen over.
  • Herhaal in je antwoord steeds (een stukje van) de vraag. 
    Bijvoorbeeld: De tegenstelling is ...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij 'Warmste zomer ooit gemeten' - onbekende woorden
1. Het woord 'maar' geeft een tegenstelling aan. Zoek naar dat woord in alinea 2. Wat is de tegenstelling?
2. In alinea 2 staat het woord 'voorspellingssystemen'. Leg de betekenis van dit woord uit met behulp van de woorddstrategie 'bekend woorddeel'. 
3. Een definitie is een vaste, nauwkeurige omschrijving. In alinea 3 wordt de definitie van El Niño gegeven. Noteer die definitie.
4. Noem drie voorbeelden van weerextremen uit alinea 4. Noteer ook het woord dat de voorbeelden aankondigt (waaraan je ziet dat er voorbeelden aankomen).
5. 'De brander onder het systeem'  is een omschrijving die in alinea 5 wordt gegeven. Van welk woord is dit een omschrijving?
Klaar? Loop je antwoorden goed na op hoofdletters en leestekens. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken vragen bij 'Warmste zomer ooit gemeten' - onbekende woorden
1. Het woord 'maar' geeft een tegenstelling aan. Zoek naar dat woord in alinea 2. Wat is de tegenstelling? De tegenstelling in alinea 2 is ..... (heb je in deze vorm geantwoord bij alle vragen?)
2. In alinea 2 staat het woord 'voorspellingssystemen'. Leg de betekenis van dit woord uit met behulp van de woorddstrategie 'bekend woorddeel'. 
3. Een definitie is een vaste, nauwkeurige omschrijving. In alinea 3 wordt de definitie van El Niño gegeven. Noteer die definitie.
4. Noem drie voorbeelden van weerextremen uit alinea 4. Noteer ook het woord dat de voorbeelden aankondigt (waaraan je ziet dat er voorbeelden aankomen).
5. 'De brander onder het systeem'  is een omschrijving die in alinea 5 wordt gegeven. Van welk woord is dit een omschrijving?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbekende woorden/woordraadstrategieën - keuze
Hoe gaat het tot nu toe met onbekende woorden? Je krijgt nu de keuze om zelfstandig verder te gaan met je huiswerk of nog eens mee te luisteren met de theorie.

Route A (zelfstandig werken, in stilte):
Maak opdrachten 5 en 6 op blz. 13/14. Kom je er niet helemaal uit? Raadpleeg de theorie op blz. 12. 
Let op: je gaat echt zelfstandig aan de slag, je mag dus geen vragen stellen).
Je mag ook geen woordenboek gebruiken.
Klaar? Lezen in je leesboek!
Route B (eerst uitleg):
We nemen samen nog eens de theorie over woordraadstrategieën door. We maken samen opdr. 5. Daarna maak je zelfstandig opdracht 6.
timer
13:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen - korte check
Pak je laptop erbij: we beantwoorden vijf meerkeuzevragen over woordraadstrategieën.

Volgende keer verder met woordraadstrategieën.
Huiswerk: opdracht 4 en 5 van woordraadstrategieën (blz. 13; en evt. 12 voor de theorie).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem?
A
bank - bank
B
oma - grootmoeder
C
sterk - zwak

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een omschrijving is...?
A
een vaste, nauwkeurige omschrijving
B
een uitleg van wat een woord betekent
C
een ander woord met dezelfde betekenis
D
voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een tegenstelling?
A
Mooi - Prachtig
B
Dik - Vet
C
Mooi - Lelijk
D
Fiets - mountainbike

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van een signaalwoord voor een voorbeeld?
A
bijvoorbeeld
B
neem nou
C
zoals
D
dat komt door

Slide 14 - Quizvraag

Dat komt door is een signaalwoord voor een oorzaak.
Wat zijn synoniemen? Of wat doet een synoniem?
A
Dezelfde woord, maar betekent iets anders
B
Als je niet het letterlijke woord gebruikt, maar 'bij wijze van spreken'
C
Een ander woord met dezelfde of soortgelijke betekenis
D
Het tegenovergestelde van een woord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2 - onbekende woorden
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
a. Ik kan in de context een synoniem vinden.
b. Ik kan in de context een omschrijving vinden.
c. Ik kan in de context een definitie vinden.
d. Ik kan in de context een voorbeeld vinden.
e. Ik kan in de context een tegenstelling vinden.
f. Ik kan een onbekend woord opdelen in woorddelen.
g. Ik kan een illustratie bij het onbekende woord gebruiken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesvaardigheid - leerdoelen
1. Ik kan leesstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit teksten te halen.
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
3. Ik kan de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
4. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen en formuleren.
5. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen en formuleren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies