1.1 - vorm en functie van het skelet

Thema 1:
Stevigheid en beweging




basisstof 1: vorm en functie van het skelet
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1:
Stevigheid en beweging




basisstof 1: vorm en functie van het skelet

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • kun je de 4 functies van het skelet benoemen.
  • kun je uitleggen uit welke delen het skelet bestaat.
  • het verschil tussen inwendig en uitwendig skelet benoemen en voorbeelden geven van organismen met deze skeletten.

Slide 2 - Tekstslide

Botten

  • in je lichaam heb je 206 botten.
  • Een ander woord voor botten is beenderen.
  • alle beenderen samen vormen het skelet.
  • een ander woord voor skelet is geraamte.

Slide 3 - Tekstslide

Het skelet
Functies (wat doet het):
  1. beschermen van gevoelige organen
  2. vorm geven aan je lichaam
  3. stevigheid geven aan je lichaam
  4. maakt beweging mogelijk

Slide 4 - Tekstslide

Delen van het skelet
  1.  schedel, alle botten van je hoofd, beschermt je hersenen.
  2. je schedel wordt gedragen door je wervelkolom.
  3. borstkas, je ribben, schouderbladen en borstbeen, beschermen longen en hart.
  4. ledematen, je armen en benen.
  5. bekken, hieraan zitten je benen.
  6. je romp is wat overblijft als je de schedel en ledematen weghaalt.

Slide 5 - Tekstslide

een ander woord voor je skelet is
A
beenderen
B
ledematen
C
romp
D
geraamte

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit wat je ledematen zijn.

Slide 7 - Open vraag

Soorten skeletten
Niet elk dier heeft botten, sommige hebben een pantser.
Een pantser is een harde buitenlaag.

je hebt een inwendig of een uitwendig skelet.
Sommige dieren hebben geen skelet.

Slide 8 - Tekstslide

Inwendig skelet

  • Zit in je lichaam.
  • binnenkant van je lichaam.

bijvoorbeeld mensen, honden, vissen.

Slide 9 - Tekstslide

Uitwendig skelet

  • zit aan de buitenkant van je lichaam.
  • pantsers, huisjes en schelpen.

voorbeeld: krab, insecten, mossel

Slide 10 - Tekstslide

Geen skelet
Sommige dieren hebben geen skelet.

Voorbeeld: worm, kwal.

Slide 11 - Tekstslide

Een inktvis heeft aan de binnenkant van zijn lichaam een schelp.
A
Uitwendig skelet
B
Inwendig skelet
C
uitwendig en inwendig skelet
D
geen skelet.

Slide 12 - Quizvraag