B&L Les 2 instroom LE1+2

B&L Theorie Les 2 

Leereenheid 1:  Didactisch model
Leereenheid 2: Beginsituatie
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B&L Theorie Les 2 

Leereenheid 1:  Didactisch model
Leereenheid 2: Beginsituatie

Slide 1 - Tekstslide

LE1 Didactisch model
  1. Didactiek
  2. Planmatig werken
  3. Didactische sleutelvragen
  4. Didactisch model 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet wat didactiek is;
  • Je hebt kennis over planmatig werken;
  • Je kent de 4 didactische sleutelvragen;
  • Je kent het didactisch model en kan dit uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel ervaring heb jij al met lesgeven?
0100

Slide 4 - Poll

Didactiek =
De theorie van het les- en leidinggeven

1. 

Slide 5 - Tekstslide

Bewegingsdidactiek=
De theorie van het les- en leidinggeven in 
sport- en bewegingssituaties
1.

Slide 6 - Tekstslide

Planmatig werken
  • Met het les- en leidinggeven wil je iets bereiken

  • Je doet het niet zomaar, 
maar je doet het doordacht, met een plan

  • Het plan dat je gebruikt voor het lesgeven bestaat uit 
3 stappen!


2.

Slide 7 - Tekstslide

2.

Slide 8 - Tekstslide

PDCA cyclus
  • Plan = plannen of voorbereiden van activiteiten
  • Do = uitvoeren van de activiteiten
  • Check = het controleren en evalueren van de activiteiten
  • Act = het bijstellen van de activiteiten

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er verstaan onder planmatig werken?
A
voorbereiden, lesgeven en opruimen
B
De doelstelling vast stellen
C
Volgens het didactisch model werken
D
Plannen, uitvoeren en evalueren

Slide 10 - Quizvraag

ZET OP DE JUISTE PLEK :
PLAN
DO
CHECK
ACT

Slide 11 - Sleepvraag

Didactische sleutelvragen
BIJ PLANMATIG WERKEN >> JEZELF VRAGEN STELLEN

  • De volgende 4 didactische vragen zijn van groot belang bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van lessen.
3.

Slide 12 - Tekstslide

  1. Waar moet ik beginnen? Wat is de beginsituatie?
  2. Wat wil ik bereiken? Wat zijn mijn doelstellingen?
  3. Hoe ga ik de les geven?
  4. Heb ik mijn doel bereikt? Wat levert evaluatie van de les mij op?
3. Didactische sleutelvragen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is didactiek?

Slide 15 - Open vraag

Evaluatie
Doelstelling
Beginsituatie
Les/Training

Slide 16 - Sleepvraag

LE 2 BEGINSITUATIE

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet wat een beginsituatieanalyse inhoudt en kent de plek hiervan in het didactisch model.
  • Je weet hoe je een beginsituatieanalyse kan uitvoeren.

Slide 18 - Tekstslide

Tijdens je lesvoorbereiding wil je een goed inzicht krijgen op alle gegevens die van belang zijn voor een goede start
A
niet belangrijk
B
wel belangrijk

Slide 19 - Quizvraag

BEGINSITUATIEFACTOREN
Waar moet ik beginnen?
Wat is de beginsituatie?

Slide 20 - Tekstslide

Een goed geanalyseerde en beschreven beginsituatie is van belang voor het goed formuleren van de juiste doelstelling
Concrete en duidelijk beschreven doelstellingen geven aan waarover we informatie moeten verzamelen in de beginsituatie

Slide 21 - Tekstslide

Analyseren van de beginsituatie
Observeren
- het doelgericht waarnemen en ordenen van de verkregen informatie
Vragen stellen
- Mensen vragen naar gegevens die je nodig hebt om de beginsituatie vast te stellen
Specifieke middelen inzetten
- Als je het meer gedetailleerd wil weten kun je daarvoor specifieke middelen gebruiken (bijv. een test)

Slide 22 - Tekstslide

Wat verstaan we onder observeren?
A
Doelgericht waarnemen en ordenen van de verkregen informatie
B
Waarde geven aan informatie
C
Interpreteren van informatie
D
Het verwerken van informatie

Slide 23 - Quizvraag


Algemene beginsituatie
  • Groepsgrootte
  • Gemiddelde leeftijd
  • Samenstelling (jongens/meiden)
  • Aard van de groep (prestatief of recreatief) 

Slide 24 - Tekstslide

Beschrijf de samenstelling van deze groep

Slide 25 - Open vraag

Specifieke beginsituatie 

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld: 
De basketbal les van afgelopen dinsdag 
Bewegingsvaardigheden
- Hoe goed of hoe slecht beheerst het merendeel van de groep bepaalde vaardigheden of technieken?
- Welke eisen stel je aan de bewegingsvaardigheid?
Bewegingseigenschappen
- CLUKS (probeer in te schatten in hoeverre deze bewegingseigenschappen aanwezig zijn)
Fase van het motorisch leerproces
- Welke fase bevindt de groep zich?
( aanleren, kleine correcties, herhalen)
Motorisch niveau

Slide 27 - Tekstslide

Wat kan je beschrijven bij het motorische niveau?

Slide 28 - Woordweb

Cognitief niveau
Voorbeeld:
deze klas 
Verzamelen van informatie over het cognitief functioneren van de groep

- Wat is de intelligentie van de SB-deelnemer?
-Hoe snel begrijpen ze de uitleg of de spelregels?
-Welke kennis van spelregels en regelementen hebben de SB-deelnemers?
-Hoeveel tactisch inzicht hebben de SB-deelnemers?
-Hoe is het bewegingsinzicht van de SB-deelnemers?
-Hoeveel ervaring heeft de groep met deze vaardigheid?
  Leeftijd en aanleg spelen altijd een rol!!

Slide 29 - Tekstslide

Wat kan je beschrijven bij het cognitieve niveau?

Slide 30 - Woordweb

Sociaal-affectief niveau
Voorbeeld:
Deze groep
- Persoonlijkheidskenmerken
( durf, openheid, faalangst, mentaliteit, normen en waarden)

- Motivatie
met welke motivatie stapt een SB-deelnemer jouw les binnen?
 Elke groep verschilt hierin!!
-Welke sfeer heerst er in de groep?
-Hoe is de samenwerking?
-Hoe is de communicatie?
- Is er sprake van groepjesvorming?
- Hoe is de relatie groep/lesgever?

Slide 31 - Tekstslide

Wat kan je beschrijven bij het sociaal affectieve niveau?

Slide 32 - Woordweb

Beginsituatie van het individu

Slide 33 - Tekstslide

Letten op deelnemers met een opmerkelijk of opvallend, motorisch, cognitief of sociaal-affectief niveau
Zijn er deelnemers.....
* motorische beginsituatie
- die positief of negatief opvallen met hun bewegingseigenschappen?
- met lichamelijke aandoening, waardoor ze een beperking hebben?

* cognitieve beginsituatie
- die moeite hebben met verwerken van een opdracht? Extra aandacht nodig hebben bij de uitleg?
- die veel ervaring hebben met de vaardigheid of juist deelnemers met minder ervaring?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- die speciale aandacht nodig hebben?
- met specifieke gedragsproblemen in de groep?
- die duidelijk de leiding nemen, of is er een zondebok?

Slide 34 - Tekstslide

Beginsituatie van de lesgever

Slide 35 - Tekstslide

Stil staan bij jezelf als lesgever. Hierdoor kun je daar zelf rekening mee houden tijdens je les.
Stel jezelf de vragen....
* motorische beginsituatie
- Hoe goed is mijn eigen algemene vaardigheid?
-Hoe goed kan ik zelf de beweging die ik wil aanleren?
- Heb ik zelf voldoende kennis van deze sport of beweging?

* cognitieve beginsituatie
- Hoe is mijn kennis van sport en bewegen in het algemeen?
- Wat weet ik van bepaalde bewegingsvormen af?
- Heb ik voldoende kennis van de methodische opbouw?
- Wat weet ik van trainingsprincipes?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- Hoe gemotiveerd ben ik om deze SB-activiteit aan te bieden?
- Ben ik gericht op het resultaat, of is omgang met de groep belangrijker?
- Hoe kom ik over als ik voor de groep sta? 
Hoe presenteer ik mezelf ?

Slide 36 - Tekstslide


-hoe goed ben ik met instrueren?
-hoe goed ben ik in het veilig en efficient organiseren?
-hoe goed ben ik in snel aanpassen van de situatie?
Didactische beginsituatie van lesgever

Slide 37 - Tekstslide

Waar wil je voor jezelf de focus op leggen? Wat wil je goed beheersen of aan werken?

Slide 38 - Tekstslide

Beginsituatie van de randvoorwaarden

Slide 39 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Om optimaal te kunnen lesgeven, moet je weten wat de beginsituatie is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Bij een beginsituatieanalyse verzamel, interpreteer en orden je alle gegevens die een rol kunnen spelen bij het lesgeven?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Vragen?

Slide 42 - Tekstslide