Voeding bij ziekte

Voeding 
&
ziekte
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Voeding 
&
ziekte

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
'Gezonde' voeding
Voedingsstoffen
Voeding in zorginstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Waarom heeft voeding een belangrijke rol bij ziekte?

Slide 3 - Open vraag

Wat is gezonde voeding

Slide 4 - Woordweb

De nieuwe schijf van 5
De oude

Slide 5 - Tekstslide

Richtlijnen Goede Voeding
Houd de volgende adviezen dagelijks aan:
  • Minimaal 200-250 gram groente en minimaal twee porties fruit;
  • Een handje ongezouten noten;
  • Zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten;
  • Minimaal 1,5-2 liter vocht zoals kraanwater, thee en koffie;
  • Vooral volkoren producten zoals volkorenbrood, volkorenpasta en -couscous, zilvervliesrijst;
  • Minder vlees en meer plantaardige producten. Varieer met vis, peulvruchten, noten, eieren en vegetarische producten;
  • Minimaal 3 porties zuivel. Bij voorkeur karnemelk of yoghurt, omdat deze gefermenteerde zuivel ook een gunstig effect heeft op de darmbacteriën. Eventueel 30-plus kaas. Liefst magere of halfvolle producten.

Slide 6 - Tekstslide

Welk ziektes
kennen jullie gerelateerd
aan voeding?

Slide 7 - Woordweb


ZIEKTES GERELATEERD AAN VOEDING

Botontkalking
COPD en andere longaandoeningen
COVID
Diabetes
Eetstoornissen, zoals anorexia, boulimia, binge-eating, AFRID
Groeiachterstand bij kinderen en kindervoeding
Hart- en vaatziekten, zoals hoog cholesterol, hoge bloeddruk
Hormonale klachten, zoals PCOS
Kanker
Kauw- en slikproblemen
Maag-, Lever- en darmziekten, zoals brandend maagzuur, leververvetting, levercirrose, hepatitis, prikkelbare darmsyndroom, diarree, obstipatie, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, coeliakie

ZIEKTES GERELATEERD AAN VOEDING

Maagverkleining (bariatrie)
Nierproblemen
Onbedoeld gewichtsverlies
Ondervoeding
Overgewicht en obesitas
Reumatische aandoeningen, zoals jicht, artrose
Spierziekten, zoals ALS, sarcopenie
Sportvoeding
Voedingszorg voor en na operatie
Voedselallergie en voedselintolerantie, zoals notenallergie, lactose intolerantie
Ziekte van Parkinson
Zwangerschapsdiabetes

Slide 8 - Tekstslide

Wist je dat.....
Uit onderzoek naar de ziekte van Parkinson blijkt namelijk iets bijzonders: de afwijkingen in de darmen zijn er al vóórdat de afwijkingen in de hersenen er zijn. Het lijkt erop dat de darmen een hoofdrol spelen bij het ontstaan van parkinson en misschien ook bij andere hersenaandoeningen.
Als het gaat om depressie kan goede voeding helpen bij het voorkomen of verminderen van klachten. Het gaat dan om voeding met een lage inflammatoire index (voeding die weinig bijdraagt aan de ontstekingswaarden in het lichaam), lage glycemische index (voedsel dat leidt tot een meer geleidelijke stijging van de bloedsuikerspiegel), groenten en fruit en omega-3 vetzuren. Er  iszelfs voldoende bewijs om omega-3 vetzuren als behandeloptie toe te voegen aan reguliere medicatie voor depressieve stoornissen bij volwassenen.

Slide 9 - Tekstslide

Wist je dat...
Vetzuursuppletie kan bovendien ook bij kinderen bijdragen aan het verminderen van ADHD-symptomen. Net als magnesiumsuppletie en een gezond voedingspatroon in het algemeen. Opvallend: de auteurs vonden geen bewijs voor het vaak veronderstelde verband tussen suikerinname en ADHD-symptomen in de kindertijd. Wel lijkt foliumzuur en multivitaminegebruik tijdens de zwangerschap de kans op autisme spectrumstoornis te verlagen.

Ondanks de vaak matige bewijsvoering van veel studies komt het rapport dus toch met een aantal concrete voedingsadviezen. Maar in de zorgrichtlijnen en zorgstandaarden voor de ggz is daar nog maar weinig van terug te vinden, constateert het rapport. Ook zorgverleners blijken geen specifieke voedingsadviezen in hun behandeling op te nemen. Hun adviezen betreffen vooral leefstijl- en algemene regels voor gezonde voeding.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Welk voeding ken je die ontstekkingsremmend is?

Slide 13 - Woordweb

Wat bevatten deze voedingsmiddelen veel van?

Slide 14 - Tekstslide

Antioxidanten

Antioxidanten beschermen weefsels en het DNA in cellen tegen vrije radicalen. 
→agressieve stoffen die schade kunnen veroorzaken aan cellen en weefsels (oxidatieve stress).
→ontstaat wanneer er te veel vrije radicalen aanwezig zijn .
Na lange tijd mogelijk hart- en vaatziekten, kanker en schade aan het zenuwstelsel 
 Spelen een rol bij verouderingsprocessen. 
Antioxidanten maken vrije radicalen onschadelijk

Voeding (fruit en groenten) heeft de juiste voedingsstoffen  om oxidatieve schade te voorkomen. 
- Mineralen zoals selenium, ijzer, koper en zink zijn onderdeel van antioxidatieve enzymen. 
-  Vitamine C, vitamine E, carotenoïden en polyfenolen 

Soms hebben vrije radicalen juist een gunstig effect. Immuuncellen gebruiken de vrije radicalen om ongewenste bacteriën te doden of om beschadigde eiwitten in de spieren op te ruimen na het sporten

 

Slide 15 - Tekstslide

Welk voedingsstoffen
ken je?

Slide 16 - Woordweb

Macronutriënten

Vetten
Eiwitten
Koolhydraten

Leveren energie op

Micronutriënten

Vitamines
Mineralen
Spoorelementen

Nodig voor het vrijmaken van de energie uit de aminozuren

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je per dag nodig?
De volgende dagelijkse referentie-innames zijn vastgelegd voor volwassenen.

Energie: 8400 kJ/2000 kcal
Totale vetten: 70 gram
Verzadigde vetzuren: 20 gram
Koolhydraten: 260 gram
Suikers: 90 gram
Eiwitten: 50 gram
Zout: 6 gram

Slide 18 - Tekstslide

Behoefte van macronutriënten

Slide 19 - Tekstslide

Bronnen van mineralen
Bronnen van vetten

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Hamburger na 10 jaar in een vitrine

Slide 23 - Tekstslide

Wat is jouw ervaring van voeding in zorginstellingen?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Cijfers
Wereldwijd hebben meer dan 2 miljard mensen overgewicht of obesitas, onder andere door een ongezond voedingspatroon. Hierdoor lopen zij meer risico op het ontwikkelen van ziekten gerelateerd aan overgewicht, zoals suikerziekte, bloeddruk, hart- en vaatziekten, bepaalde soorten kanker en neurodegeneratieve ziekten. Tegelijkertijd komt ondervoeding ook steeds vaker voor door de mondiale vergrijzing
60% van de 10,9 miljoen sterfgevallen van kinderen onder de 5 jaar te maken heeft met ondervoeding. 

Slide 27 - Tekstslide

Ziektelast
Ziektelast
Is de hoeveelheid gezondheidsverlies in een populatie die veroorzaakt wordt door ziekten.
 Ziektelast bestaat uit twee delen: jaren verloren door vroegtijdige sterfte en jaren geleefd met een ziekte.
 Ziektelast wordt uitgedrukt in DALY (Disability-Adjusted Life-Years). Overgewicht draagt voor 5,2% bij aan de ziektelast en een hoog cholesterolgehalte voor 1,6%. Te veel zout (1,9%), te weinig fruit (1,8%), te weinig vis (1,5%) , te weinig groente (0,5%) en te veel verzadigd vet (0,3%) dragen eveneens bij aan de ziektelast.
Zorgkosten
Mensen die ongezond leven gebruiken meer zorg en maken hogere zorgkosten. Overgewicht zorgt voor ruim 50% van de zorgkosten van diabetes. Ook zorgt overgewicht voor een aanzienlijk deel van de zorgkosten van hartinfarct (15%) en hartfalen (12%) en atrose van heup (14%) en knie (29%). 

Bron: voedingscentrum

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Onderzoek naar darmbacteriën
Die bacteriën zijn belangrijk: ze verteren vezels, bouwen aminozuren, vitamines en korte-keten vetzuren (die belangrijk zijn voor het darmslijmvlies) en trainen ons immuunsysteem. Het microbioom speelt een grote rol bij de bescherming tegen infecties van buitenaf. De samenstelling van het microbioom is bij iedereen anders en kan veranderen, bijvoorbeeld door medicijnen, maar ook door wat je eet.
De samenstelling en hoeveelheid bacteriën in de darmen hebben een directe invloed op ontstekingen in de darmen: een gezond microbioom kan ontstekingen remmen, een minder gezond microbioom kan ontstekingen juist laten opvlammen. Uit eerder onderzoek bleek al dat er een relatie is tussen het microbioom en ontstekingsziektes zoals diabetes, artritis en hart- en vaataandoeningen

Slide 30 - Tekstslide

Welk dilemma's kom je
in de zorg tegen
tav voeding

Slide 31 - Woordweb