Nederlands meervoud

meervoud
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

meervoud

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het meervoud van café?
A
Cafés
B
Cafees
C
Café's
D
cafes

Slide 2 - Quizvraag

Meervoud van: theorie
A
Theorieën
B
Theoriën
C
Theorieeën
D
Theories

Slide 3 - Quizvraag

Het meervoud van museum is:
A
museums
B
musea
C
museums en musea
D
museum heeft geen meervoud

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van olie?
A
olies
B
olieën
C
olien
D
oliën

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meervoud van abonnee?
A
Abonnees
B
Abonnee's
C
Abonneeën
D
Aboneses

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van radio
A
radioos
B
radio's
C
radios

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van hobby?
A
Hobby's
B
Hobbys
C
Hobbies

Slide 8 - Quizvraag

Meervouden
A
Antroposofen
B
Pindaas
C
Gemenerikken
D
Etui’s

Slide 9 - Quizvraag

wat is het meervoud van genie
A
geniën
B
genieën

Slide 10 - Quizvraag

wat is het meervoud van zee
A
zeeën
B
zeën
C
zee-en

Slide 11 - Quizvraag

Het meervoud van porie is:
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud van: bangerik
A
Bangerikken
B
Bangeriken
C
bangeriks

Slide 14 - Quizvraag

Het meervoud van accu is:
A
accus
B
accu's
C
accuus
D
accuu's

Slide 15 - Quizvraag

wat is het meervoud van categorie
A
categoriën
B
categorieën
C
categories
D
categorien

Slide 16 - Quizvraag