2.2 Mediasamenleving

2.2 Mediasamenleving
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.2 Mediasamenleving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is.
  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen dat jij ook in een mediasamenleving leeft.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van online risico’s.
  • Je kunt traditionele media onderscheiden van nieuwe media.
  • Je kunt uitleggen wat 'on demand' betekent.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Media
We gebruiken het om te communiceren, les te volgen, overheidszaken, eten bestellen, de deurbel checken.

2007: Eerste smartphone

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediasamenleving
Nederlanders besteden dagelijks uren aan massamedia.
Bijvoorbeeld: sociale media, het journaal kijken, muziek luisteren en series kijken.

We leven daarom in een mediasamenleving: voor bijna alles wat we doen, hebben we media nodig.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactief
Vroeger kwam nieuws alleen van journalisten.
Tegenwoordig kan iedereen via internet informatie verzenden.
Bijvoorbeeld via YouTube, een blog of Instagram.

Aantekening:
Deze nieuwe media of internetmedia zijn interactief: je kunt
online direct op elkaars berichten reageren.
--> Omdat ze nog niet zo lang bestaan zijn ze nieuwe media.


Slide 6 - Tekstslide

Met z'n vieren: Dit spel speelt zich af in een kamer met zittende mensen, waarvan er telkens vier moeten staan. Deze vier personen mogen in totaal slechts 10 seconden staan; daarna moeten ze gaan zitten en worden ze onmiddellijk vervangen door anderen uit de groep.

Het misverstand: Bij dit spel moeten twee personen rug aan rug tegen elkaar gaan zitten. De eerste persoon heeft een object gekregen en moet dit beschrijven (uiteraard zonder expliciet te zeggen wat het object is) aan persoon B. Persoon B moet op basis van deze beschrijving het voorwerp vervolgens proberen te gaan tekenen.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van welke online risico's heb je gehoord?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Online risico's
Online grensoverschrijdend gedrag: Dat is gedrag waarbij iemand online iets met jou doet waardoor je je onveilig voelt.

Verslaving: dus minder tijd voor schoolzaken.

Bedreigen van politici.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De mediasamenleving komt past echt op gang vanaf..
A
1991: uitvinding internet.
B
2007: uitvinding eerste smartphones
C
2010: eerste 4G-masten
D
2017: 5G masten rollen langzaam uit

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traditionele media
De programma's op televisie of radio worden uitgezonden via omroepen: organisaties die via radio, tv en internet informatie uitzenden naar een groot publiek.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traditionele media en publieke omroepen:
Van brieven en boeken naar sociale media en apps. 




Traditionele media moet pluriform zijn. Pluriform: Veelvormig of veelkleurig. 
Elk van de traditionele omroepen heeft een andere doelgroep. Doelgroep: een groep mensen met dezelfde kenmerken en belangstelling.
Publieke omroepen: omroepen die betaald worden uit belastinggeld. (Nederland 1, 2 etc.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Commerciële omroepen: bedrijven die geld willen verdienen met hun omroep. Dit doen ze door reclamezendtijd te verkopen aan bedrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

On-demand:
Dit is informatie ontvangen wanneer en hoe jij wilt.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen we met mediasamenleving?
A
Een samenleving waarin media een grote rol speelt
B
Een samenleving waarin iedereen social media heeft.
C
Een samenleving met alleen kranten en radio
D
Een samenleving zonder mobieltjes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen mensen worden misleid om online risico's te nemen?
A
Door geen virusscanner te installeren.
B
Door te klikken op verdachte links in e-mails
C
Door dubbele accounts aan te maken voor Zalando
D
Door niet beveiligde websites te bezoeken.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande acties kan leiden tot online risico's?
A
Het delen van persoonlijke informatie op social media
B
Door geen virusscanner te installeren.
C
Door niet beveiligde websites te bezoeken.
D
Een film kijken op een illegale streamingsdienst.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een online risico?
A
Door niet beveiligde websites te bezoeken.
B
Door een Netflix account te hacken.
C
Gepest worden
D
Door illegale streamingsdiensten te gebruiken.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Aan de slag met opdracht:  2, 3, 4, 5, 9 en 11 van 2.2.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies