De zwarte markering midden onder precies waar de straal het grensvlak raakt.
Het grensvlak tussen lucht en glas precies bij de 90° lijn (zie groene cirkels links en rechts). Je kunt controleren of hij goed ligt als de hoek van inval (linksboven) en de hoek van terugkaatsing (rechtsboven) even groot zijn.
3. Stel je opgegeven hoek van inval (i) in. Meet de hoek van terugkaatsing (t) en de hoek van breking (r). Meet ook het percentage licht van de teruggekaatste en gebroken straal.
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 28 - Tekstslide
Hoek van inval
Hoek van breking
Hoek van terugkaatsing
Normaal
Grensvlak
Sleep de juiste symbolenaar de juiste plek.
Er geldt hier breking...
i
r
n
t
... van de normaal af.
... naar de normaal toe.
gv
Slide 29 - Sleepvraag
1.1
Je laat een lichtstraal onder een hoek op een perspex blokje vallen zoals hiernaast weergegeven. Neem de figuur (niet het grijze gedeelte) over in je schrift (gebruik ruitjes!)
De lichtstraal komt van 2 hokjes/cm verticaal en 3 hokjes/cm horizontaal.
a. Teken de normaal op de plek waar de lichtstraal het blokje raakt.
b. Meet de hoek van de invallende lichtstraal op.
c. Teken de teruggekaatste lichtstraal met dezelfde hoek.
d. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 33°, totdat hij de onderrand van het blokje raakt.
e. Teken op deze plek weer een normaal.
f. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 56°.
Deze lichtstraal gaat (ongeveer) door één van de roosterpunten a t/m i.
g. Door welk roosterpunt gaat jouw lichtstraal het best?
Slide 30 - Tekstslide
Lever hier een foto van je vorige opdracht in.
Slide 31 - Open vraag
1.1
Je laat een lichtstraal onder een hoek op een perspex blokje vallen zoals hiernaast weergegeven. Neem de figuur (niet het grijze gedeelte) over in je schrift (gebruik ruitjes!)
De lichtstraal komt van 2 hokjes/cm verticaal en 3 hokjes/cm horizontaal.
a. Teken de normaal op de plek waar de lichtstraal het blokje raakt.
b. Meet de hoek van de invallende lichtstraal op. 56°
c. Teken de teruggekaatste lichtstraal met dezelfde hoek.
d. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 33°, totdat hij de onderrand van het blokje raakt.
e. Teken op deze plek weer een normaal.
f. Teken de gebroken lichtstraal met een hoek van 56°.
Deze lichtstraal gaat (ongeveer) door één van de roosterpunten a t/m i.
g. Door welk roosterpunt gaat jouw lichtstraal het best? e
Antwoorden
Slide 32 - Tekstslide
Hoe groot was jouw hoek van inval?
Slide 33 - Poll
Door welk rasterpunt ging jouw lichtstraal uiteindelijk?
a
b
c
d
e
f
g
h
i
geen enkel punt
Slide 34 - Poll
1.2 Doe es normaal!
Neem de driehoek hiernaast nauwkeurig over. De driehoek is 8 hokjes breed en 3 hokjes hoog.
Teken ook de 3 gegeven lichtstralen op de plek zoals in de tekening. De linker lichtstraal ligt op 3/4 van een hokje. De onderste lichtstraal raak de driehoek op hoekje 3, en de richting is 2 opzij, 1 omhoog.
a.
Teken de normaal bij elke lichtstraal op de juiste plek en in de juiste richting.
Als je het netjes gedaan hebt, snijden de 3 normalen in de driehoek in één punt.
b. Noem dit punt P in je tekening.
Slide 35 - Tekstslide
Lever hier een foto van je vorige opdracht in.
Slide 36 - Open vraag
1.2 Doe es normaal!
Neem de driehoek hiernaast nauwkeurig over. De driehoek is 8 hokjes breed en 3 hokjes hoog.
Teken ook de 3 gegeven lichtstralen op de plek zoals in de tekening. De linker lichtstraal ligt op 3/4 van een hokje. De onderste lichtstraal raak de driehoek op hoekje 3, en de richting is 2 opzij, 1 omhoog.
a.
Teken de normaal bij elke lichtstraal op de juiste plek en in de juiste richting.
Als je het netjes gedaan hebt, snijden de 3 normalen in de driehoek in één punt.