T5.4 Gaswisseling dieren

5.4 Gaswisseling dieren
Kun je omschrijven hoe ademhaling via de longen plaatsvindt. 
Kun je omschrijven hoe ademhaling via kieuwen plaatsvindt. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 Gaswisseling dieren
Kun je omschrijven hoe ademhaling via de longen plaatsvindt. 
Kun je omschrijven hoe ademhaling via kieuwen plaatsvindt. 

Slide 1 - Tekstslide

Bedenk voor jezelf:
1. Wat bedoelen we ook al weer met de term gaswisseling binnen de biologie?

2. Zullen alle dieren net als mensen ademhalen met behulp van longen? waarom wel/niet?


Slide 2 - Tekstslide

Longen
  • Zoogdieren (warmbloedig)
  • Reptielen (koudbloedig, dus kleiner longoppervlak)
  • Vogels (warmbloedig)

Waarom hebben reptielen een kleiner longoppervlak nodig?

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord:
Waarom hebben reptielen een kleiner longoppervlak nodig?

  • Reptielen zijn koudbloedig en hoeven minder te verbranden, omdat ze hun lichaamstemperatuur niet op peil hoeven te houden.

Slide 4 - Tekstslide

Amfibiën
Kenmerken:
  • ademhaling door kieuwen/huid, later door longen/huid
  • Koudbloedig
  • Huid met slijm
  • water en land

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Ademhaling vis

Slide 7 - Tekstslide

Ademhaling bij vissen
  • Ademhaling met kieuwen
  • Kieuwen liggen in kieuwholte
  • Kieuw: kieuwboog + kieuwplaatjes
  • Gaswisseling via kieuwplaatjes en water (Opnemen O2 afgeven CO2)
  • Kieuwplaatjes: groot oppervlak(meer gaswisseling)

Slide 8 - Tekstslide

Ademhaling insect
  • Geen longen maar buisjes in het lichaam
    - Die heten tracheeën

  • In achterlijf zitten kleine openingen 
    - Die heten stigmata

  • Zuurstof komt binnen via de stigma en verspreid zich via de tracheeën. 
    Koolstofdioxide verlaat zo ook het lichaam 

  • Komt door het aanspannen of ontspannen van het achterlijf van de insect 

Slide 9 - Tekstslide

Ademhaling bij eencelligen
  • Amoeben zijn eencellige organismen
  • Eencelligen halen adem via het celmembraan
  • Het oppervlak is groot genoeg om voldoende O2 op te nemen en CO2 af te geven
  • Er zijn dus geen speciale organen nodig voor ademhaling

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opdracht 28

Klaar? huiswerk:
- (Test jezelf t/m 5.3 af?)

Slide 11 - Tekstslide