Ik ken de 2 programmeer-technieken "Decompositie" en "Stapsgewijs verfijnen" en kan uitleggen wat ze betekenen.
Ik kan de computer een complexe tekening laten tekenen door gebruik te maken van deeltaken met parameters en variabelen.
je weet welke vergelijkingsoperatoren er zijn
met vergelijkingsoperatoren
Slide 21 - Tekstslide
Benoem de twee programmeer-technieken die in deze les zijn gebruikt en beschrijf ze in je eigen woorden.
Slide 22 - Open vraag
Plusopdracht
Maak een deeltaak om een veelhoek te tekenen.
Roep de deeltaak aan om de volgende tekening te maken.
timer
2:00
Slide 23 - Tekstslide
Plusopdracht
Maak een deeltaak om een veelhoek te tekenen.
Hint: vervang de constanten in de deeltaak "vierkant" door parameters.
timer
2:00
Slide 24 - Tekstslide
Plusopdracht
Maak een deeltaak om een veelhoek te tekenen.
Hint: vervang de constanten in de deeltaak "vierkant" door parameters. Gebruik een parameter om het aantal hoeken in te stellen Gebruik een parameter om de grootte in te stellen Gebruik een parameter om de draaihoek in te stellen
timer
2:00
Slide 25 - Tekstslide
Plusopdracht
Maak een deeltaak om een veelhoek te tekenen.
Hint: vervang de draaihoek parameter met een variabele in de deeltaak en bereken de draaihoek op basis van het aantal hoeken.