Workshop reactie inhibitie

Workshop LEREN LEREN 
REACTIE snelheid en -inhibitie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Workshop LEREN LEREN 
REACTIE snelheid en -inhibitie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Terugblik op vorige workshop

Theorie
Wat is het verschil tussen een reactie en reactie inhibitie?
Wanneer zet je reactie inhibitie in en waarom?
Welke doelgroepen hebben een vertraagde reactie?
Welke doelgroepen hebben problemen met reactie inhibitie?

Testen van reactie vermogen en reactie inhibitie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige workshop
Volgehouden aandacht: FOCUSSEN

Poster voor boven je bed:
Tips bij het focussen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactie
Een handeling (actie) die volgt op een andere handeling of prikkel en daarmee in een zeker logisch en/of cognitief verband staat. 

Reflex (biologie), een (onwillekeurige) reactie van het lichaam op een prikkel, waar geen cognitief denkproces aan vooraf gaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is jouw reactie vermogen?
Super snel
Snel
Matig
Slecht
Zeer slecht

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen met
vertraagde reactie

Slide 7 - Woordweb

Problemen en aandoeningen die geassocieerd worden met reactietijd
Elke soort aandoening die wordt gekenmerkt door waarneming, informatieverwerking of motorische problemen, zal ook de reactetijd aantasten. Dat is waarom de reactietijd zo gevoelig is voor veranderingenblindheid of gehooraandoeningen, kunnen leiden tot problemen die de reactietijd aantasten vanwege problemen met de waarneming. Mensen met bradypsychie of dementie zoals , kunnen last hebben van slechte verwerking en daardoor problemen met de responstijd. Mensen met inhibitiecontrole problemen of mensen met ADHD, kunnen ook last hebben van aangetaste verwerkingssnelheid, die op zijn beurt de responstijd aantast. Als het gaat om het ondernemen van de actie, kunnen mensen met akinesie of bradykinesie, zoals in het geval van Parkinson patiënten, of motorische problemen zoals hemiparesie of andere verlammingen, ook problemen hebben om een motorische respons te geven. Over het algemeen zullen mensen met een neurodegeneratieve aandoening zoals Alzhiemer, Parkinson, MS of Huntington, ook merken dat hun reactietijd is aangetast. Tot slot kunnen hersenproblemen, veroorzaakt door hersenletsel of een attaque, ieder van deze processen aantasten, als gevolg waarvan ook de reactietijd wordt aangetast.
Een aandoening die sterk kan aantasten hoe snel je in staat bent om informatie te verwerken, is genaamd diffuus axonaal letsel. Dit gebeurt meestal na een hersenschudding en wanner de neurale verbindingen beschadigd zijn. Door de klap op het hoofd of het ongeluk dat de hersenschudding veroorzaakt, breken of scheuren de axonen (het gedeelte van de neuron dat het in staat stelt om verbinding te maken met andere neuronen, de witte massa in de hersenen). Deze schade aan de axonen vindt niet plaats op één specifiek gebied in de hersenen, maar tast daarentegen alle axonen in de hersenen aan en veroorzaakt diffuse schade. Dit vertaalt zich in vertraagde verwerking en daardoor tragere responstijd. Helaas is komt dit soort letsel vrij vaak voor en heeft het over het algemeen een slechte prognose.
De reactietijd wordt niet alleen aangetast door letsel of een bepaalde ziekte of aandoening, er zijn diverse omstandigheden die de reactetijd kunnen vertragen en verzwakken, zoals slaap, stemming, angst of gebrek aan concentratie in het algemeen. Echter, anders dan bij andere factoren, is het herstel van de reactietijd veroorzaakt door deze omstandigheden sneller en gemakkelijker.

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is reactie inhibitie?
Inhibitie is eigenlijk een rem, een rem op het gedrag. Deze rem zorgt ervoor dat je nadenkt voordat je actie onderneemt en zorgt ervoor dat je niet reageert op afleidende prikkels.

Hierdoor kun je een reactie uitstellen of tegenhouden, anderen op de beurt laten wachten en uit laten praten en je niet laten afleiden door andere prikkels. 
Je hebt het nodig om te kunnen leren, maar ook in contact met anderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondoordacht gedrag
Leerlingen en volwassenen met problemen met de respons-inhibitie laten vaak ondoordacht gedrag zien. Een voorbeeld van een minder goede reactie inhibitie in deze tijd van snel communiceren zijn boze e-mailtjes of ‘What’s app’ berichten, voortijdige conclusies trekken, met fysiek contact een conflict oplossen, voor je beurt doen/spreken.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie had jij beter even kunnen wachten met het geven van een reactie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is je reactie inhibitie slechter?


Vaak zal de reactie inhibitie minder sterk zijn in emotionele situaties. Ook alcohol (en dan hebben we het natuurlijk over volwassenen!), te weinig slaap en onder grote druk staan hebben invloed op de respons-inhibitie.    

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als je hier niet goed in bent?


Mensen die overgeleverd zijn aan impulsen kunnen moeizaam initiatief tonen, lastig langdurig aandacht schenken aan iets, kunnen niet plannen en organiseren en moeite hebben met het oplossen van problemen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen
slechte reactie inhibitie

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke punten hebben te maken met executieve functies?
Dhr. S is 60 jaar en heeft na het doormaken van een CVA NAH gekregen. Dhr. heeft in de ochtend ondersteuning nodig bij de adl, hij weet bijvoorbeeld de volgorde van wassen en kleding aantrekken niet meer. Bij de maaltijd is hij snel afgeleid, ook raakt hij van slag als de tafel anders is gedekt. 's Middags helpt hij bij een kook activiteit, als de oven het niet blijkt te doen wordt Dhr. overstuur. Zodra de begeleider met hem iets nieuws heeft verzonnen is hij erg lang bezig om de tafel te dekken. Medecliënt R vraagt hem waarom hij er zo lang over doet, Dhr. reageert met heftig gevloek en verheft zijn stem en moet er erg van huilen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carrousel 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carrousel
  • Groepjes van 3.
  • Uitleg eerst via mij, daarna ligt uitleg ook op tafel inclusief scorebord. 
  • Telefoons in zak, enkel er bij om de tijd bij bepaalde opdrachten bij te houden!
  • Aantal minuten per spel: ....

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halli Galli
Groepsopdracht: Lees de spelregels goed! Doel is om zoveel mogelijk kaarten te winnen. 

Uit eigen onderzoek bij 5-jarige kleuters bleek dat het herhaaldelijk spelen van het spel ‘Halli galli junior’ gedurende een maand al een opmerkelijk positief effect had op de reactie-inhibitie van de testgroep. Bij de controlegroep, waar het spel niet werd gespeeld, merkten we geen duidelijk verschil op in reactie-inhibitie. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mario kart
Groepsopdracht. 
Blijf op de baan en ontwijk rondvliegende objecten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleurentest
Individuele opdracht, ga om en om.
Pak de stapel en.. kan jij de juiste kleur noemen? En dus niet het woord? Schud na je beurt de kleuren door elkaar.
Houd de tijd bij op het scorebord!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tower of Hanoi
Individuele opdracht, ga om en om. 
Verplaats de blokken van A naar C. Je mag B en A gebruiken als tussenstation.
Maar: je mag gèèn grote op een kleine leggen. 
Begin met 3 blokken en houd de tijd bij. 
Kan je het ook met meer?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jenga!
Groepsopdracht.
Pak om en om een steentje, bewaar jouw stenen voor de puntentelling. 
Wie de toren laat vallen, is af!
Degene met de meeste steentjes wint.
Noteer de hoogste score. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Set
Vind de juiste combinaties en win!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies