H3 Taalverzorging les 1 - Ambiguïteit

Leerdoelen Taalverzorging 5
1. Ik weet wat ambiguïteit is.
2. Ik kan met behulp van mijn kennis over zinsdelen uitleggen waarom een zin ambigu is.
3. Ik kan uitleggen welke twee verschillende betekenissen een zin heeft die ambigu is.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Taalverzorging 5
1. Ik weet wat ambiguïteit is.
2. Ik kan met behulp van mijn kennis over zinsdelen uitleggen waarom een zin ambigu is.
3. Ik kan uitleggen welke twee verschillende betekenissen een zin heeft die ambigu is.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaat er mis op het plaatje van Fokke en Sukke?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen Taalverzorging 5
1. Ik weet wat ambiguïteit is.
2. Ik kan met behulp van mijn kennis over zinsdelen uitleggen waarom een zin ambigu is.
3. Ik kan uitleggen welke twee verschillende betekenissen een zin heeft die ambigu is.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ambiguïteit
Ambigue = dubbelzinnig 
(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):
1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)
2) woordgroep met meerdere betekenissen
3) Redekundig ontleden
4) onduidelijke verwijzing

Slide 6 - Tekstslide

1. homoniem (woord met meerdere betekenissen)
De taxichauffeur zette zijn klanten af.

Hier kan afzetten betekenen 'afleveren', maar ook 'te veel laten betalen'.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

2. Woordgroep (met meerdere betekenissen)
Jeroen bekijkt de nieuwste tekening van zijn zoon. Dat kan betekenen:
  • De nieuwste tekening waarvan zijn zoon de eigenaar is (zijn bezit).
  • De nieuwste tekening waarop zijn zoon staat afgebeeld.
  • De nieuwste tekening die zijn zoon gemaakt heeft.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)
Ferdinand groette de man met de pet.

Twee mogelijkheden:
De man met de pet= lijdend voorwerp
anders gezegd: De man met de pet wordt gegroet door Ferdinand.

De man= lijdend voorwerp
met de pet= bijwoordelijke bepaling
Anders gezegd: Met de pet groette Ferdinand de man.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4. Onduidelijke verwijzing
Peter ging op vakantie met een oud-collega en zijn vrouw.

             Het is niet duidelijk om wiens vrouw het gaat.

Kees sloeg Hans bij de bank, waarna hij wegliep.
            Wie is hij?
            Om welke bank gaat het?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Bestudeer blz. 5 en 6
Maak opdr. 1, 2 en 3

Slide 23 - Tekstslide