Congruentie

Leerdoelen
- Je weet wat congruentiefouten zijn.

- Je weet hoe congruentiefouten ontstaan.

- Je kunt incongruentie verbeteren.



1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
- Je weet wat congruentiefouten zijn.

- Je weet hoe congruentiefouten ontstaan.

- Je kunt incongruentie verbeteren.



Slide 1 - Tekstslide

Congruentie
--> betekent dat het getal van het onderwerp aansluit met het getal van de persoonsvorm.

Als een 'ik' iets uitvoert, zal de persoonsvorm zich vormen naar de 'ik'.
Dat geldt voor elk onderwerp wat iets uitvoert.
Ik denk,  wij denken.

Slide 2 - Tekstslide

Congruentiefout
Indien de persoonsvorm niet aansluit bij het onderwerp noemen we dit een congruentiefout.

Dit gebeurt vaak wanneer het lastig te bepalen is of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Een kudde schapen liepen langs de bosrand.
Een kudde schapen liep langs de bosrand.
Maar ook woorden als: media (mv), politie (ev), drugs (mv).

Slide 3 - Tekstslide

Congruentiefouten
Komen vaak voor in combinatie met verwijswoorden. Let vooral op het woord 'ze'. Dit kan zowel binnen het enkelvoud als het meervoud worden gebruikt.

*De politie (vrouwelijk, enkelvoud) zou goede voorlichting moeten krijgen over pesten op sociale media, zodat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Dertig procent van de deelnemers hebben de eindstreep niet gehaald.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar zijn.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

De oplossing voor deze moeilijke opdrachten zijn moeilijk te vinden.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Voor het proefwerk van gisteren had een aantal leerlingen niet geleerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Het netje ballen was al aan de voetballers gegeven.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Er mogen maar één paar schoenen in de hal staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Dit jaar zijn het aantal veranderingen in de wetgeving wel erg groot.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag