Kijken naar de wereld II

Kijken naar de wereld II: Naturalisme en Impressionisme 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kijken naar de wereld II: Naturalisme en Impressionisme 

Slide 1 - Tekstslide

Romantiek (1800-1850) 
Realisme (1850-1880)

Slide 2 - Tekstslide

Romantiek
Realisme
voelen
mensen in milieu
individu
objectief
escapisme

Slide 3 - Sleepvraag

ROMANTIEK 
REALISME 
voelen (subjectief)
observeren (objectief)
het individu 
mensen in een milieu
vluchten uit werkelijkheid
werkelijkheid kennen
fascinatie voor dood, bovennatuurlijke, mysterieuze
aandacht voor sociale problemen (armoede bv)
taal = persoonlijk, gevoelsgeladen 
taal = afstand, detail 

Slide 4 - Tekstslide

Het naturalisme (rond 1880) 
  • 1875-1914 : fin de siècle (ook wel Belle Epoque) 
  • 1914 : Wereldoorlog I 

Slide 5 - Tekstslide

Guido Gezelle : priester-dichter
Virginie Loveling: romanschrijfster

Kijkvraag: wat zijn die drie zaken die de mens bepalen volgens het naturalisme? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

NATURALISME (ROND 1880)
'wetenschappelijk' realisme : niet alleen de werkelijkheid tonen (realisme), maar ook verklaren. 
De mens wordt bepaald door :  
  • Race - erfelijkheid
  • Milieu - omgeving
  • Moment - tijdsgeest 

Slide 8 - Tekstslide

mens : rationeel, met vrije wil????
De mens is geen "autonoom, rationeel individu met een vrije wil, dat op basis van verstand juiste keuzes maakt"
Freud:   onbewuste drijfveren (driften)
Marx:  klasse (economie) 
Darwin :  evolutie  (mens=dier)

En God is dood (Nietzsche) 


Slide 9 - Tekstslide

KENMERKEN NATURALISME

  • deterministisch : de mens heeft geen vrije wil (RMM)
  • fatalistisch: je kan je lot niet veranderen
  • objectieve en gedetailleerde beschrijvingen van mensen in een milieu
  • pessimistisch 
  • soms maatschappijkritisch (mistoestanden) 


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1 

Guido Gezelle: Dien avond en die rooze 


Lees het gedicht p 1O3 in Basisboek en beantwoord de vragen (zie wikipedia en QR)
Opdracht 2 

Cyriel Buysse: Het recht van de sterkste

 
Lees fragment p 124 in Basisboek en beantwoord de vragen
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 

Cyriel Buysse: Het recht van de sterkste

 
Lees fragment p 114 in Basisboek en beantwoord de vragen schriftelijk - afgeven 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

IMPRESSIONISME (rond 1880) 
  • voortzetting van én reactie op realisme 
  • niet 'de' realiteit, maar een moment 
  • niet de objectieve werkelijkheid maar jouw indruk ervan
  • verbonden met 'l'art pour l'art' idee (vorm is belangrijkste; kunst als doel op zich) en estheticisme (schoonheid, los van sociale of morele overwegingen) - autonome kunst 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Reactie op Franse academische kunst 
  • 'Academie des Beaux Arts' 
  • voldoen aan regels ivm onderwerpen en uitvoering 
  • 'art pompier' (helden met blinkende helmen) 
  • Salon de Paris (officiële)
  • 'Salon des refusés' 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

IMPRESSIONISME (rond 1880) 
- vandaag heel populair
-destijds echt shockerend 

---> door keuze van onderwerpen 
---> door 'onaffe', schetsmatige

Slide 17 - Tekstslide

"Impression, soleil levant" (Monet)

  • wél de werkelijkheid, maar ...
  • ... zoals ze overkomt: persoonlijke indruk of impressie op een bepaald moment
  • stemming en sfeer belangrijkste
  • beweging en licht (vervaging, onscherp) 
  • niet scherp, niet 'objectief'
  • 'momenten van sfeer, licht en schaduw'
  • technologie : uitvinding fotografie; tubes met verf (schilderen 'en plein air')

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

IMPRESSIONISME in LITERATUUR
In de literatuur geven schrijvers hun 'impressies' weer door middel van: 

  • een overvloed aan beschrijvende adjectieven
  • neologismen (dikwijls samenstellingen met koppelteken)
  • synesthesiën (bv. 'een donker geluid' - zintuigvermenging) 

Slide 21 - Tekstslide

 
't Is triestig dat het regent in den herfst,
 dat het moe regent in den herfst, daar buiten.
- En wat de bloemen wégen in den herfst;
 - en de óude regen lekend langs de ruiten....
 


Zwaai-stil staan graauwe boomen in het grijs,
 de goede sidder-boomen, ritsel-weenend;
 - en 't is de wind, en 't is een lamme wijs
 van kreun-gezang in snakke tonen stenend....
 
 
 

 

 
mijn grijs goed troost-moedertje om 't diepe bed
 
waar zich de warme koorts een lícht dierf droomen,
 
en 't wegend wee in leede tranen berst....
 
 
 
... 't Is triestig dat mijn droefheid tháns moest komen,
 
en loomen in 't atone van de boomen;
 
- 't is triestig dat het regent in den herfst....

 nu moest me 't oude vreê-beeldje gaan komen,
mijn grijs goed troost-moedertje om 't diepe bed
waar zich de warme koorts een lícht dierf droomen,
 en 't wegend wee in leede tranen berst....
 


... 't Is triestig dat mijn droefheid tháns moest komen,
 en loomen in 't atone van de boomen;
 - 't is triestig dat het regent in den herfst....

"Koortsdeun"- Karel van de Woestijne

Slide 22 - Tekstslide

Willem Kloos (1859-1938) 
'Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten'

'Kunst is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie' 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

AVOND 

Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht
De witte bloesems in de scheemring — ziet,
Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht,
Een enkele, al te late vogel vliedt.

En ver, daar ginds, die zachtgekleurde lucht
Als perlemoer, waar ied’re tint vervliet
In teêrheid … Rust — o, wondervreemd genucht!
Want alles is bij dag zóó innig niet.

Alle geluid, dat nog van verre sprak,
Verstierf — de wind, de wolken, alles gaat
Al zacht en zachter — álles wordt zoo stil…

En ik weet niet, hoe thans dit hart, zoo zwak,
Dat al zóó moê is, altijd luider slaat,
Altijd maar luider, en niet rusten wil.
"Kloos, impressionist in de taal, schildert met woorden. In de tweede strofe lijkt de lucht de iriserende kleuren van parelmoer te hebben, de kleuren gaan in elkaar op als in een schilderij van Monet, impressionist in beeld "
Maak de oefening 
p 253 schriftelijk

basisboek p 372 : hulp bij analyse lyriek 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide