Hoofdstuk 2.1 t/m 2.3

Nog vragen over de vorige week?
Hoofdstuk 1: 
-Omzet
-Kosten
- Exploitatieoverzicht
- Break-even
- Balans

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Financieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nog vragen over de vorige week?
Hoofdstuk 1: 
-Omzet
-Kosten
- Exploitatieoverzicht
- Break-even
- Balans

Slide 1 - Tekstslide

Dan nu: de test je kennis vragen van dit hoofdstuk


We gaan deze vragen nu klassikaal maken en doornemen

Daarna: verder met hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Programma voor deze week:


Hoofdstuk 2.1: Winst berekenen
Hoofdstuk 2.2: Brutowinstmarge
Hoofdstuk 2.3: Brutowinstpercentage

Slide 3 - Tekstslide

Doelen:
Aan het einde van deze week kun je:
  • Brutowinst berekenen vanuit de omzet en IWO
  • Brutowintsmarge en brutowinstopslag van een product of productgroep kunnen berekenen
  • Theoretische consumentenprijs berekenen
  • Brutowinstpercentage in procent (%) van 
in- én verkoopprijs berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Winst berekenen
Let op dat je de berekeningen altijd maakt ZONDER de BTW!
Dus: als je consumentenomzet of inkoopfactuurbedragen ziet, haal hier dan de BTW vanaf !! (21% of 9%)

Voor de berekening van de (bruto)winst heb je de 
omzet én de inkoopwaarde van de omzet (IWO) nodig 

Slide 5 - Tekstslide

Afzet

De afzet is hoeveel je van een product verkocht hebt uitgedrukt in een aantal

Slide 6 - Tekstslide

Omzet
De omzet kun je berekenen door de afzet te vermenigvuldigen met de verkoopprijs (dus zonder BTW!)
DUS:
Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 7 - Tekstslide

Een winkel heeft in een jaar 1.250 stuks van een bepaalde zonnebril verkocht. De consumentenprijs van dit artikel is €12,10
Bereken de omzet van dit artikel

Slide 8 - Open vraag

IWO
De inkoopwaarde van alle artikelen die verkocht zijn.
Is dus niet hetzelfde als wat er ingekocht is!!!
Dus:
IWO = afzet x inkoopprijs per product

Slide 9 - Tekstslide

Een winkel heeft van een artikel 800 stuks verkocht. De inkoopprijs is €5,20
Wat is dan de IWO?

Slide 10 - Open vraag

Je kunt de IWO ook berekenen aan de hand van de voorraadniveau's en de inkopen:

Beginvoorraad
Inkopen                              +
Beschikbare voorraad
Eindvoorraad                   -
Inkoopwaarde omzet

Slide 11 - Tekstslide

De beginvoorraad van een winkel is €455.000. De eindvoorraad is €435.000. Er is tijdens het jaar voor in totaal €2.380.000,- ingekocht bij de leveranciers. Hoeveel bedraagt de IWO?

Slide 12 - Open vraag

Dan nu de brutowinst!!

De brutowinst bereken je door de IWO van de omzet af te halen.

Brutowinst = Omzet - IWO

Slide 13 - Tekstslide

Volgende stap = bedrijfsresultaat
De brutowinst zegt nog niet zoveel. Immers hier moeten de exploitaitiekosten nog vanaf. 
Dus:
Bedrijfsresultaat = brutowinst - exploitatiekosten

Slide 14 - Tekstslide

De brutowinstmarge
De brutowinstmarge geeft het procentuele verschil aan tussen de verkoop en de inkoopprijs. 
Je kunt dit per artikel berekenen, voor een artikelgroep, of over alle artikelen samen (=omzet).

Slide 15 - Tekstslide

Brutowinsmarge per stuk:




Oftewel :


verkoopprijsverkoopprijsinkoopprijsx100
verkooprijsbrutowinstx100

Slide 16 - Tekstslide

Een artikel wordt verkocht voor €24,95 excl. btw. De inkooprijs van dit artikel is €13,65.
Wat is de brutowinstmarge op dit artikel?
A
54,7%
B
82,8%
C
45.3%
D
182,7%

Slide 17 - Quizvraag

Brutowinsmarge per periode:




Oftewel :


omzetomzetIWOx100
omzetbrutowinstx100

Slide 18 - Tekstslide

de omzet van een winkel komt uit op €1.475.980,- De IWO was €959.387,-
Was was de brutowinstmarge?

Slide 19 - Open vraag

Brutowinstopslag
Dit is een brutowinstpercentage in procent van de inkoopprijs. Oftwel: hoeveel procent is de verkoopprijs hoger dan de inkoopprijs?

Slide 20 - Tekstslide

Brutowinstopslag



Oftwel:

inkoopprijsverkoopprijsinkoopprijsx100
inkooprijsbrutowinstx100

Slide 21 - Tekstslide

Brutowinstmarge is dus iets anders dan Brutowinstopslag!!

De winstmarge zegt eigenlijk hoeveel de winst nog kan dalen voordat er verlies gemaakt wordt. Dus hoeveel MARGE is er nog! 

De brutowinstopslag zegt hoeveel procent winst er gemaakt wordt BOVENOP de inkoopprijs! 

Slide 22 - Tekstslide

Theoretische consumentenprijs

Een omrekenfactor waarmee je met een brutowinstopslag én het BTW-percentage in een keer de (theoretische) consumentenprijs kunt berekenen als de inkoopprijs bekend is. 
Dus:
Theoretische consumentenprijs=
Inkoopprijs x brutowinstopslag (in %) x btw (in%) 

Slide 23 - Tekstslide

Theoretische consumentenprijs

Rekenvoorbeeld:
Brutowinstopslag = 62,5%
BTW = 21%
De omrekenfactor wordt dan: 1,625 x 1,21 = 1,96625
Als de inkoopprijs van dit artikel €100,- is wordt de 
theoretische consumentprijs: 100 x 1,96625 = €196,63

Slide 24 - Tekstslide

Theoretische consumentenprijs

Controle van het rekenvoorbeeld:
Brutowinstopslag = 62,5%
BTW = 21%
Als de inkoopprijs van dit artikel €100,- is wordt de 
verkoopprijs: 100 x 1,625 = 162,50
Consumentprijs is dan 162,50 x 1,21 = €196,63

Slide 25 - Tekstslide

Brutowinstpercentage
Zoals we net gezien hebben kan de brutowinst berekend worden als percentage van de inkoopprijs én als percentage van de verkoopprijs. 
Dit heeft uiteraard gevolgen voor je berekeningen. Er wordt bij beide namelijk uitgegaan van een andere 100%!!

Slide 26 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de inkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 €  135,-
IWO              -       €  100,- 
Brutowinst        €    35,-

Slide 27 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de inkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 € 135,-    135%
IWO              -       € 100,-    100%
Brutowinst        €   35,-      35%

Slide 28 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de inkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 €  270,-    135%
IWO              -       € 200,-    100%
Brutowinst        €    70,-      35%

Slide 29 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 €  135,-
IWO              -       €  100,- 
Brutowinst        €    35,-

Slide 30 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 €  135,-     100 %
IWO              -       € 100,-       74,1%
Brutowinst        €   35,-      25,9%

Slide 31 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
Rekenvoorbeeld:

Omzet                 €  270,-     100 %
IWO              -       € 200,-      74,1%
Brutowinst        €   70,-      25,9%

Slide 32 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag! 
Maak de opgaven 1 t/m 13 

Slide 33 - Tekstslide

Zijn de doelen behaald?
Als het goed is kun je nu:
  • Brutowinst berekenen vanuit de omzet en IWO
  • Brutowintsmarge en brutowinstopslag van een product of productgroep kunnen berekenen
  • Theoretische consumentenprijs berekenen
  • Brutowinstpercentage in procent(%) van in- én 
verkoopprijs berekenen

Slide 34 - Tekstslide