- tweetallen met leerlingen A en B
- je hebt nodig een leeg papier per tweetal
- leerling A rent uit het lokaal en ziet 12 woorden aan de muur hangen
- A probeert 1 of meer woorden te onthouden en rent terug naar B. A vertelt B het woord en B schrijft het op.
Als alle woorden gedicteerd zijn, gaan beiden zitten. Welk tweetal was het snelste?