H4 Woche 48: (Konjunktiv + Wortfolge + Lektion 3)

Herzlich willkommen
Woche 48
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
Woche 48

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung dieser Woche
- Konjunktiv II
- Wortschatz + Lesen
- Hörfertigkeit
- Wortfolge Verben
- Die Vokabeln wiederholen (Lektion 3)

Slide 2 - Tekstslide

Konjunktiv II
Aufgabe 11 & 12 korrigieren


Gibt es noch Fragen?


Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 3 & 4 (Seite 59-60)
Wortschatz + Lesefertigkeit

Slide 4 - Tekstslide

Hören: Aufgabe 18

Slide 5 - Tekstslide

Wortstellung Verben
tijd - reden - manier - plaats

Ich lerne | am Wochenende | wegen meiner Prüfung | sehr intensiv | in der Bibliothek.

Slide 6 - Tekstslide

Wortfolge Haupt- und Nebensatz

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Deze zinnen kan je meestal makkelijk
vanuit het Nederlands vertalen ...

(In de volgende voorbeelden staat het onderwerp blauw en de persoonsvorm rood aangegeven)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

We oefenen samen

Slide 25 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde:
Kriminelle - Zwecke - können - haben - dieses - für - Online-Tool - ihre - nutzen

Slide 26 - Open vraag

Ich - muss - Hausaufgaben - machen - seine - er - dass - weiß

Slide 27 - Open vraag

Bist - sind - weil - du - wir - böse - nicht - gekommen - ?

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: Ik weet niet of ik hier een komma moet zetten.

Slide 29 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Wij kopen een nieuw huis maar het is duur.

Slide 30 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Ik draag een jas want het is koud.
(> weil)

Slide 31 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Wil jij een pizza of wil je liever een lasagne? (>möchten)

Slide 32 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Hij gaat naar huis want hij is klaar.

Slide 33 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Ik wilde het uitleggen maar hij heeft zich niet laten helpen.

Slide 34 - Open vraag

Hast du dein Lernziel erreicht?
(je kent de juiste woordvolgorde in Duitse zinnen)
A
Ja, ich verstehe es!
B
Ja, ich kann es auch jemanden erklären.
C
Ich finde es noch schwierig, aber übe noch!
D
Nein, ich verstehe es noch nicht.

Slide 35 - Quizvraag

Hören
Aufgabe 5: Macken

Slide 36 - Tekstslide

Sprechen: Umlaute
Aufgabe 15 - 16

Zungenbrecher: Aufgabe 17


Slide 37 - Tekstslide

Die Vokabeln
Lektion 2

Slide 38 - Tekstslide