H-Woordvolgorde in hoofd- en bijzin

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Wortfolge Haupt- und Nebensatz

Deze zinnen kan je meestal makkelijk

vanuit het Nederlands vertalen ...

(In de volgende voorbeelden staat het onderwerp blauw en de persoonsvorm rood aangegeven)

Er volgen nu twee mogelijkheden
voor samengestelde zinnen:

- een verbinding van hoofdzinnen met een voegwoord

- een verbinding van hoofd- en bijzin met een voegwoord

Ich habe einen Bruder und du hast eine Schwester.
Welke woorden zijn onderw. en persv.?

1. ich, hast, Bruder, Schwester
2. ich, habe, Schwester, hast
3. ich, habe, du hast

Ihr möchtet ins Kino gehen, aber ihr habt keine Zeit.
Welke woorden zijn onderw. en persv.?

1. ihr, gehen, ihr habt
2. ihr, möchtet, ihr, habt
3. ihr, möchtet gehen, ihr, habt

Ich hatte keine Zeit, weil ich zum Zahnarzt musste.
Schrijf de persoonsvormen en onderwerpen op:

Er sagte mir, dass er hierzu keine Lust hatte.
Schrijf de persoonsvormen en onderwerpen op:

Übersetze ins Deutsche:
Wij kopen een nieuw huis, maar het is duur.

Übersetze ins Deutsche:
Ik draag een jas, want het is koud.
(> weil)

Übersetze ins Deutsche:
Wil jij een pizza of wil je liever een lasagne? (>möchten)

Übersetze ins Deutsche:
Hij gaat naar huis, want hij is klaar.

Hast du dein Lernziel erreicht?
(je kent de juiste woordvolgorde in Duitse zinnen)

1. Ja, ich verstehe es!
2. Ja, ich kann es auch jemanden erklären.
3. Ich finde es noch schwierig, aber übe noch!
4. Nein, ich verstehe es noch nicht.