H6, les 8

Economie
Hoofdstuk 6

Blz. 84
timer
3:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 6

Blz. 84
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Theorie arbeidsmarkt
- Opdracht 6.24 maken en bespreken
- Aan de slag met opdracht 6.25, 6.27 en 6.28

Doelen:
- Je kan het verschil tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt toelichten. 
- Je kan veranderingen op de arbeidsmarkt verklaren. 
Extra: --> Je kan de arbeidsproductiviteit berekenen. 




Slide 2 - Tekstslide

Planning A3A
Datum:
Les 1
Les 2
04-03 en 05-03
t/m 6.26
Uitval 
11-03 en 12-03
6.27 t/m 6.34
Bouwsteen
18-03 en 19-03
Extra opdracht
Leren
25-03 en 26-03
Toets H6
Bespreken toets
01-04 t/m 05-04
Tweede paasdag
H4

Slide 3 - Tekstslide

Planning A3B
Datum:
Les 1:
Les 2:
04-03 en 07-03
t/m 6.23
6.24 t/m 6.26
11-03 en 14-03
6.27 t/m 6.30 + bouwsteen
Extra opdracht
18-03 en 21-03
Leren
Toets H6
25-03 en 28-03
Bespreken toets
H4
01-04 en 04-04
Tweede paasdag
H4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De jacht op scholieren!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

6.2 De arbeidsmarkt
Waarom deze paragraaf? 
Nuttig om te weten hoe de arbeidsmarkt ervoor staat en wat voor gevolg dat voor jou heeft. Moet je blij zijn met de eerste de beste baan of kan je wellicht iets meer eisen als werknemer. 

Slide 8 - Tekstslide

6.2 De arbeidsmarkt (blz. 83)
Op de arbeidsmarkt wordt de productiefactor arbeid ‘verhandeld’.
Vraagkant: Dit zijn bedrijven die arbeidskrachten zoeken voor hun productie.
Aanbodkant: Dit zijn mensen die hun arbeid willen ‘verkopen’ om op die manier een inkomen te verdienen.




Slide 9 - Tekstslide

Aanbod van arbeid (blz. 83)
Bestaat uit alle mensen die betaald werk hebben of werk zoeken.

Drie groepen:
- Werkende zelfstandigen
- Werknemers
- Werklozen

Slide 10 - Tekstslide

Vraag naar arbeid (blz. 83)
Bestaat uit de banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld (ook wel werkgelegenheid genoemd) plus het aantal banen waarvoor de werkgevers geen mensen hebben gevonden (vacatures). 

Slide 11 - Tekstslide

Werkgelegenheid (blz. 84) 
Arbeidsproductiviteit: productie / werkgelegenheid

Stel: er worden 100 producten gemaakt door in totaal 20 medewerkers. --> 100 / 20 =  5 per persoon --> is de arbeidsproductiviteit.
Een vacature kan niet produceren. Dit wordt dan ook niet tot de werkgelegenheid gerekend.

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken opdracht 6.24 (blz. 84)
Wat: Maak opdracht 6.24 en 6.25  op blz. 84.
Hoe: Lees de opdracht en jouw antwoorden nog even door en kijk deze antwoorden na. 
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 5 minuten.
Klaar? Maak opdracht 6.26 op blz. 85.


Slide 13 - Tekstslide

Bladzijde 85 opgave 6.27

Slide 14 - Tekstslide

Bladzijde 85 opgave 6.28

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Maak opdracht 6.26, 6.27 en 6.28 op blz. 84 en 85.
Hoe: Lees de opdracht en jouw antwoorden nog even door en kijk deze antwoorden na. 
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 15 minuten.
Ben jij een grote speler? Maak alvast opdracht 6.29 en 6.30 op blz. 84 en 85.


Slide 16 - Tekstslide

Bouwsteen --> omzet
Omzet = afzet x verkoopprijs

Afzet = aantal verkochte producten in stuks

Voorbeeld:
10 broodjes verkocht voor €2,50 per stuk.
10 x 2,50 = €25 omzet

Slide 17 - Tekstslide

Bouwsteen 6.1 (extra opdr.) blz. 89 en 90
Wat: Maak de bouwsteen op blz. 89 en 90.
Hoe: Eerst a t/m d, daarna gaan wij dit bespreken. 
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 15 minuten.
Klaar? Maak de hele bouwsteen en ga verder met leren voor de toets. 


Slide 18 - Tekstslide