B3 H4.6 reageren door hormonen

4.6 Reageren met hormonen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.6 Reageren met hormonen

Slide 1 - Tekstslide

hormonen 
In deze les ga je leren wat hormonen zijn en wat ze doen. 
We hebben hiervoor nodig bladzijde 23 uit je teksboek.
Paragraaf 4.6 Reageren door hormonen

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les

  • Je weet wat hormonen doen
  • je weet waar hormonen gemaakt worden
  • je weet welke hormoonklieren het belangrijkste zijn
  • Je weet hoe hormonen werken

Slide 3 - Tekstslide

Impulsen via zenuwcellen
Hormonen via bloed

Slide 4 - Tekstslide

wat zijn hormonen?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat zijn hormonen?
  • Regelstof in het bloed; wordt gemaakt in hormoonklieren

  • Processen regelen

  • Andere hormoonklieren



Slide 7 - Tekstslide

Hormonen en hormoonklieren

Slide 8 - Tekstslide

Waardoor verander je?
Hormonen worden gemaakt door hormoonklieren.
De belangrijkste is de hypofyse


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hormoonklier
Hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed dat door de klier loopt

Slide 11 - Tekstslide

Waardoor verander je?
Hypofyse geeft hormonen af aan het bloed
Hormonen gaan naar alle organen, maar werken alleen op de plek waar het nodig is

Slide 12 - Tekstslide



Daarnaast maakt de hypofyse hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden

Slide 13 - Tekstslide

hormonen
  • je kunt van een aantal hormonen uitleggen hoe ze werken en waar ze worden gemaakt. Zie blz. 46


Slide 14 - Tekstslide

Hormonen
Langdurige processen, groei, ontwikkeling, stofwisseling.

hypofyse (de belangrijkste)
schildklier
bijnier
eilandjes van langerhans
teelballen/eierstokken

Slide 15 - Tekstslide

Hoe werken hormonen?

  • ze stromen mee in het bloed totdat ze een deur
       tegen komen waar ze doorheen kunnen.
  • Hormonen zijn regelstoffen

  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) 
       geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 16 - Tekstslide

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 18 - Quizvraag

Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken
A
Hormonen uit de alvleesklier
B
Hormonen uit de hypofyse
C
Hormonen uit de schildklier
D
Hormonen uit een bijnier

Slide 19 - Quizvraag

Hormonen werken sneller dan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Waarom hebben hormoonklieren geen afvoerbuizen?
A
Omdat ze de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen geven
B
Omdat ze hormonen aan het bloed afgeven
C
Omdat hormonen via de zenuwen gaan
D
Ze hebben wel afvoerbuizen

Slide 21 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 22 - Quizvraag

Welke hormoonklier produceert hormonen voor de ontwikkeling van eicellen?
A
Eierstok
B
Hypofyse

Slide 23 - Quizvraag

26. De eilandjes van Langerhans maken de hormonen insuline en glucagon
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

om over na te denken
  • Wat doen hormonen?
  • stel je lichaam maakt teveel groeihormoon, wat gebeurt er dan met je lijf?

Slide 25 - Tekstslide

om over na te denken
  • Als je schrikt, wat gebeurt er dan in je lichaam?
  • Deze reactie wordt veroorzaakt door hormonen uit de bijnieren: Adrenaline
  • Werken deze hormonen snel of langzaam?
  • Hoe snel werkt het groeihormoon eigenlijk?

Slide 26 - Tekstslide

Je mag gaan werken aan je opdrachten!

Slide 27 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren
Paragraaf 4.6 Reageren door hormonen
Maken opdracht 1 t/m 15 (blz. 43 t/m 49)


BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 4.6
OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide