Didactiek Thema Doelstellingen 2

Didactiek Thema Doelstellingen

1 / 20

Slide 1: Tekstslide

DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Didactiek Thema Doelstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Laptops mogen nog even dicht blijven.

Schrijf op wat je van vorige week nog allemaal onthouden hebt.

Ik wil kijken of mijn cognitieve doelstelling behaald is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'het gewenste eindgedrag'?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lenigheid, kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en coördinatie zijn ...

Bewegingsvaardigheden

Bewegingseigenschappen

Slide 5 - Quizvraag

bewegingsvaardigheden zijn lopen, springen en werpen

Motorische doelstelling

Bij motorische doelstelling gaat het om bewegen (motoriek).

Je kunt deze doelstellingen onderverdelen naar bewegingsvaardigheden en bewegingseigenschappen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef twee voorbeelden van een cognitieve doelstelling

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren van kortetermijndoelstellingen

'Wat wil ik bereiken?', beantwoord je door het formuleren van doelstellingen die aansluiten op de beginsituatie van de SB-deelnemers.

Het nauwkeurig formuleren van doelstellingen is belangrijk, omdat;

- Je dan precies weet waar het om moet gaan.

- Je kunt hier dan goed op evalueren.

Bij het stellen van een doel, gaat het om bepaald gewenst eindgedrag. Dit gewenst eindgedrag moet je zo nauwkeurig mogelijk beschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je het gewenste eindgedrag zo nauwkeurig mogelijk uitschrijven?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Bedenk zelf een lesactiviteit. (dit kan zijn; volleybal, handbal, basketbal, zwemmen, etc.)

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk het gewenste eindgedrag.

Voorbeeld;

Lesactiviteit: Kogelstoten

Gewenst eindgedrag: Elleboog staat lijnrecht met de kogel, de kogel ligt niet in de nek, de kogel ligt op de puntjes van de kogel.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewegingsvorm

Concreet gewenste eindgedrag
Dit wordt het inhoudsaspect van de doelstelling genoemd
VB; 'De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek demonstreren'

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

5 minuten break

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarneembaar eindgedrag

Koppeling aan het waarneembaar eindgedrag van de SB-deelnemers
Bij het formuleren van eindgedrag van de deelnemer altijd een werkwoord zoals, demonstreren, springen, etc.
VB; 'De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek demonstreren'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarde of omstandigheden

Een voetballer kan de bal best twintig keer hooghouden, maar met een tegenstander in de buurt wordt dit een stuk lastiger.
VB; 'De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling demonstreren.'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minimumprestatie

Hoe moeten de SB-deelnemers het eindgedrag vertonen?
De grens tussen voldoende en onvoldoende.
Bij het formuleren van doelstellingen geef je aan wat de SB- deelnemer minimaal laat zien aan het einde van de les.
Dit kan kwalitatief of kwantitatief zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatief

De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling zodanig demonstreren dat de strekking van de armen en de benen goed zichtbaar is.

Kwantitatief

De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling zodanig demonstreren dat ze de bal tien keer zonder fout plaatsen.