In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Explosie in Beiroet 4 augustus 2020
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Terugblik 1.3 Scheidingsmethoden (+Check!)
1.4 Chemische reacties; kenmerken (+Check!)
Energie-effect: endo- of exotherm? (uitleg) (+Check!)
Energiediagram tekenen (uitleg)
Verwerken: opdr. 31 en 33 t/m 36 maken
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Van mengsel naar zuivere stof: Scheidingsmethoden
Slide 4 - Tekstslide
Scheidingsmethoden
Filtreren
Bezinken (en afschenken)
Destilleren
Adsorberen
Extraheren
Chromatograferen
Indampen
Centrifugeren
Slide 5 - Tekstslide
Welke opstelling is geschikt om uit zeewater drinkwater te maken?
A
opstelling 1
B
opstelling 2
C
zowel opstelling 1 als 2
D
geen van beide
Slide 6 - Quizvraag
Thee zetten: Welke scheidingsmethoden zie je hier gecombineerd?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Je wilt een mengsel van twee stoffen, A en B, scheiden door middel van chromatografie. Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B. Stof B hecht beter aan het papier dan stof A. Welke stof komt hoger in het chromatogram?
A
stof A
B
stof B
C
beide evenhoog
Slide 9 - Quizvraag
1.4 Chemische reacties
Beginstof(fen) verdwijnt, nieuwe stof(fen) (=reactieproduct) ontstaat.
bijv. glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water
beginstoffen reactieproducten
Slide 10 - Tekstslide
Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
Fase-overgangen
Slide 16 - Tekstslide
Je verwarmt een witte vaste stof die bij 440 oC vloeibaar wordt. Tijdens het afkoelen wordt deze vloeistof bij 335 oC weer een witte vaste stof. Leg uit of tijdens het verhitten een chemische reactie is opgetreden.
Slide 17 - Open vraag
1.4 Chemische reacties
Voor elke chemische reactie geldt de wet van massabehoud.
Stoffen reageren en ontstaan in een vaste massa-verhouding.
Elke reactie heeft zijn eigen reactietemperatuur.
Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Om kaarsvet te smelten, moet je voortdurend verwarmen. Is het smelten van kaarsvet een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm proces
B
endotherm proces
Slide 20 - Quizvraag
Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt. Hoe heet deze fase-verandering?
A
bevriezen
B
condenseren
C
stollen
D
sublimeren
Slide 21 - Quizvraag
Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt. Zal deze fase-overgang exotherm of endotherm zijn?
A
exotherm
B
endotherm
Slide 22 - Quizvraag
Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt. Zal bij deze faseverandering de omgeving warmer worden of juist kouder?
A
warmer
B
kouder
Slide 23 - Quizvraag
1.4 Chemische reacties
Voor elke chemische reactie geldt de wet van massabehoud.
Stoffen reageren en ontstaan in een vaste massa-verhouding.
Elke reactie heeft zijn eigen reactietemperatuur.
Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Om aardgas te verbranden, moet je er een lucifer bij houden. Een stukje witte fosfosfor ontbrandt al bij kamertemperatuur zonder dat je er een lucifer bij hoeft te houden. Welke van deze twee verbrandingsreacties heeft de grootste activeringsenergie?
A
verbranden van aardgas
B
verbranden van witte fosfor
Slide 26 - Quizvraag
Energiediagram
Let op! Bij een energiediagram hoort altijd:
benoemen van de verticale as
niveau van beginstof(fen) + benoemen
niveau van reactieproduct(en) + benoemen
niveau van geactiveerde toestand (ook wel overgangstoestand genoemd)
Je moet in het energiediagram kunnen aangeven:
reactie-energie
activeringsenergie
Slide 27 - Tekstslide
Energiediagram
Hiernaast zie je het energiediagram van de verbranding van methaan ( )
CH4
Slide 28 - Tekstslide
Verwerken
Maak opdr. 31, 33 t/m 36 in je schrift.
Slide 29 - Tekstslide
Afsluiting: Noteer drie zaken die in deze les zijn besproken.