HAVO-3 pararaaf 1herhaling en uitleg 2 Chemische reacties

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Explosie in Beiroet 

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik H2 Scheidingsmethoden (+Check!)
  • H3 Chemische reacties; kenmerken (+Check!)
  • Energie-effect: endo- of exotherm?  (uitleg) (+Check!)
  • Energiediagram tekenen (uitleg)
  • Verwerken: opdr. 1tm 11  (af) maken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Van mengsel naar zuivere stof: Scheidingsmethoden

Slide 4 - Tekstslide

Scheidingsmethoden
Filtreren
Bezinken (en afschenken)
Destilleren
Adsorberen 
Extraheren
Chromatograferen
Indampen
Centrifugeren

Slide 5 - Tekstslide

Welke opstelling is
geschikt om uit zeewater
drinkwater te maken?
A
opstelling 1
B
opstelling 2
C
zowel opstelling 1 als 2
D
geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zie je hier gecombineerd?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Je wilt een mengsel van twee stoffen, A en B, scheiden door middel van chromatografie.
Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B.
Stof B hecht beter aan het papier dan stof A.
Welke stof komt hoger in het chromatogram?
A
stof A
B
stof B
C
beide evenhoog

Slide 9 - Quizvraag

3.1 Chemische reacties
Beginstof(fen) verdwijnt, nieuwe stof(fen) (=reactieproduct) ontstaat.

bijv. glucose + zuurstof -->  koolstofdioxide + water
                  beginstoffen                 reactieproducten

Slide 10 - Tekstslide

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Fase-overgangen 

Slide 16 - Tekstslide

Je verwarmt een witte vaste stof die bij 440 oC vloeibaar wordt. Tijdens het afkoelen wordt deze vloeistof bij 335 oC weer een witte vaste stof. Leg uit of tijdens het verhitten een chemische reactie is opgetreden.

Slide 17 - Open vraag

3.2 (kenmerken)Chemische reacties
  • beginstoffen worden omgezet in reactieproducten
  • Voor elke chemische reactie geldt de wet van massabehoud.
  • Stoffen reageren en ontstaan in een vaste massa-verhouding.
  • Elke reactie heeft zijn eigen reactietemperatuur.
  • Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Om kaarsvet te smelten, moet je voortdurend verwarmen. Is het smelten van kaarsvet een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm proces
B
endotherm proces

Slide 20 - Quizvraag

Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt.
Hoe heet deze fase-verandering?
A
bevriezen
B
condenseren
C
stollen
D
sublimeren

Slide 21 - Quizvraag

Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt.
Zal deze fase-overgang exotherm of endotherm zijn?
A
exotherm
B
endotherm

Slide 22 - Quizvraag

Gesmolten kaarsvet wordt weer vast als je het afkoelt.
Zal bij deze faseverandering de omgeving warmer worden of juist kouder?
A
warmer
B
kouder

Slide 23 - Quizvraag

3.2 kenmerken Chemische reacties
  • Voor elke chemische reactie geldt de wet van massabehoud.
  • Stoffen reageren en ontstaan in een vaste massa-verhouding.
  • Elke reactie heeft zijn eigen reactietemperatuur.
  • Bij elke chemische reactie treedt een energie-effect op.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Om aardgas te verbranden, moet je er een lucifer bij houden. Een stukje witte fosfosfor ontbrandt al bij kamertemperatuur zonder dat je er een lucifer bij hoeft te houden.
Welke van deze twee verbrandingsreacties heeft de grootste activeringsenergie?
A
verbranden van aardgas
B
verbranden van witte fosfor

Slide 26 - Quizvraag

Energiediagram
Let op! Bij een energiediagram hoort altijd:
  • benoemen van de verticale as
  • niveau van beginstof(fen) + benoemen
  • niveau van reactieproduct(en) + benoemen
  • niveau van geactiveerde toestand (ook wel overgangstoestand genoemd)
Je moet in het energiediagram kunnen aangeven: 
  • reactie-energie
  • activeringsenergie

Slide 27 - Tekstslide

Energiediagram
Hiernaast zie je het
energiediagram van de 
verbranding van methaan
(               )
CH4

Slide 28 - Tekstslide

Verwerken
Maak opdr. 1 t/m 11 in je schrift.

Slide 29 - Tekstslide