H5: samengestelde zinnen en voegwoord
Wat voor samengestelde zin is dit?
Ik heb mijn verjaardag op zondag gepland, maar mijn oma geeft dan ook al een feest.
Ik heb mijn verjaardag op zondag gepland, maar mijn oma geeft dan ook al een feest.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Wat voor samengestelde zin is dit?
Ik heb mijn verjaardag op zondag gepland, maar mijn oma geeft dan ook al een feest.
Ik heb mijn verjaardag op zondag gepland, maar mijn oma geeft dan ook al een feest.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
Slide 1 - Quizvraag
Wat voor samengestelde zin is dit?
Hoewel ik een bloemkoolsalade lekker vind, eet ik nooit een hele bloemkool.
Hoewel ik een bloemkoolsalade lekker vind, eet ik nooit een hele bloemkool.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 2 - Quizvraag
Wat voor samengestelde zin is dit?
De les Engels viel uit, omdat de leraar naar de dokter moest, aangezien hij van de trap was gekukeld.
De les Engels viel uit, omdat de leraar naar de dokter moest, aangezien hij van de trap was gekukeld.
A
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
B
bijzin + hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin + bijzin
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor samengestelde zin is dit?
Omdat Jonas jarig is, trakteert hij de hele klas op stroopwafels.
Omdat Jonas jarig is, trakteert hij de hele klas op stroopwafels.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor samengestelde zin is dit?
Wilt u als hoofdgerecht de ossenhaaspuntjes of gaat uw voorkeur uit naar de vegetarische optie?
Wilt u als hoofdgerecht de ossenhaaspuntjes of gaat uw voorkeur uit naar de vegetarische optie?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het voegwoord in deze zin?
We zijn heel verdrietig, want ons laatste lesuur vervalt morgen.
We zijn heel verdrietig, want ons laatste lesuur vervalt morgen.
Slide 6 - Open vraag
Wat voor voegwoord is 'want' in de zin?
We zijn heel verdrietig, want ons laatste lesuur vervalt morgen.
We zijn heel verdrietig, want ons laatste lesuur vervalt morgen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het voegwoord in de zin?
De komende zomer vliegen we naar Sicilië en we gaan met de fiets naar Gelderland.
De komende zomer vliegen we naar Sicilië en we gaan met de fiets naar Gelderland.
Slide 8 - Open vraag
Wat voor voegwoord is 'en' in de zin?
De komende zomer vliegen we naar Sicilië en we gaan met de fiets naar Gelderland.
De komende zomer vliegen we naar Sicilië en we gaan met de fiets naar Gelderland.
A
Nevenschikkend voegwoord
B
Onderschikkend voegwoord
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het voegwoord in deze zin?
Terwijl de gorilla de krant uitlas, lachte hij om een mop van zijn collega-gorilla.
Terwijl de gorilla de krant uitlas, lachte hij om een mop van zijn collega-gorilla.
Slide 10 - Open vraag
Wat voor voegwoord is 'terwijl' in de zin?
Terwijl de gorilla de krant uitlas, lachte hij om een mop van zijn collega-gorilla.
Terwijl de gorilla de krant uitlas, lachte hij om een mop van zijn collega-gorilla.
A
Nevenschikkend voegwoord
B
Onderschikkend voegwoord
